Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes.
Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent huisman of je bent het niet. Om een of andere reden maak ik dan gerechten waar ik zelf vreselijk veel zin in heb, wat het bijna lastig maakt om nog op restaurant te gaan.
Toen B en de kinderen aan tafel zaten sprong ik op de fiets en cruisede door de warme stad. Mensen waren opgewekt en hingen rond op straat, op trappetjes voor huizen. Amsterdammers praten graag en luid en ik ving flarden van tientallen gesprekken op, pikte een eclectische muziekmix mee uit al die open ramen.
Wat een groot onrecht in de wereld, dacht ik niet voor het eerst met veel emotie, dat er plekken zijn waar de mensen zich niet op de fiets door hun stad verplaatsen. Er zijn mensen, dacht ik, die nog nooit met hun kindje voorop van een bruggetje zijn gefietst. En dat zo’n meisje dan haar armpjes de lucht in steekt en juicht.
Nee, deze wereld was niet voor iedereen een paradijsje. Daar moest ik me wel bewust van blijven.
Voor het restaurant van Mariko trof ik Ivo op de stoep. Hij rookte beslist geen sigaretje terwijl hij zijn socials checkte. Mijn vriend keek op en glimlachte.
‘La Hillen kondigt net haar academisch kwartiertje aan,’ zei Ivo.
‘Helemaal prima,’ zei ik, en zette mijn fiets op slot tegen een lantaarnpaal.
We stapten naar binnen, werden begroet door Mariko en mochten een tafeltje op het balkon. Hoewel ik vaker bij restaurant An gegeten had, wist ik niet dat er tafels op het balkon waren.
In de openlucht aan een binnentuin eten is een heel on-Amsterdamse ervaring. We bestelden een biertje en maakten de eerste grappen van de avond. Ik vertelde Ivo dat mijn werk er voor de zomer bijna op zat, dat ik alleen nog wat schreef en kluste, maar verder zonder al te veel gedoe de vakantie in zou glijden.
La Hillen arriveerde met goed nieuws uit Portugal en ons zomergevoel dijde verder uit. Het leek hier eigenlijk al heel sterk op vakantie. Er was nog een fles saké nodig, ook meer wijn en bier. Niemand was van plan het laat te maken, maar god wat zaten we toch lekker in het groen op een balkonnetje.
Ik bedacht dat ik Ivo en Rinske voor de zomervakantie waarschijnlijk niet meer zou zien; dat dit voorlopig onze laatste avond samen was. Ik zag nu al uit naar hun bruine en ontspannen versies over anderhalve maand.
Heel laat zou het niet worden, maar toen we An uit liepen was het echt nog wat te vroeg. Een laatste drankje bij Brecht konden we nog wel doen, daarna zouden we elkaar gaan afstaan aan de zomer.