[p. 603]
Rijp op het gras, de sloot gesteven, kraakt.
Herinnering beslaat soms meer tijd dan er was.
Februari, ik ben tien. Pas als ik groot ben oud.
Vertrouwd de polders zover ik ze kan zien.
Al wat ik voel staat om me heen.
Ik kijk en trek de lijnen daar om heen
van wat ooit tekening zal zijn:
winter, velden, hier de sloot.
Dat kind ben ik. Wat was ik klein
en nu ik er naar omzie, groot.
[p. 604]
Betrapt. Het boek dat ik niet mocht
ligt op de tafel: Bob en Daphne
uit de schuilplaats waar mijn vader zocht.
Waar ik de sleutel vond. In welke boekenkast.
Wanneer, hoe lang – Ik hou mijn mond
omdat mij zwijgen beter past.
En dan ineens zijn zachte hand. Een stem
die ik niet ken.
Is deze wel van hem?
Verbaasd aanvaard ik mijn geschenk.
Het boek, een glimlach en de wens
dat ik net als mijn vader ben
en veel zal lezen. Als ik ga
draag ik zoveel ontroering rond
dat bij de tafel waar ik stond
tweemaal een vreemde vader staat.
Lees de Tirade Blog
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief