[p. 163]
Trillingsgetal
Je telefoonnummer dreunt in mijn hoofd
licht trappelende dreun. Het volgt me
onder alles door, drukt zich terwijl ik lees
zet zich onder de woorden voort terwijl
ik schrijf.
En laat ik het heel even los
dan rent het naar de telefoon en draait
zodat er in jouw lege kamer een rinkel
klinkt die niemand hoort. Misschien
trilt er een kopje telkens mee als in de toon
haar hoogte even wordt geraakt.
Hoogstens knapt er een vaas.
[p. 164]
Grijs-trap
Het eerste vond ik raar. Ik stuurde het naar Londen
waar mijn geliefde het in de brief, waarin het opgevouwen was
niet zag, zodat het even later op de grond lag
waar niemand het meer kon vinden. Have one of mine
bood een oudere dame daar aan, maar
mijn haar was toen voor hem nog onvervangbaar.
Het tweede werd door de kapper ontdekt.
Wilt U dat ik het laat zitten of wilt U
dat ik het uit-trek. Dat hij U zei vond
ik al gek, trek maar zei ik maar wist
meteen dat dit, filosofisch, verkeerd was,
en besloot me bij het derde, als het ooit
zou komen, wijzer te tonen.
Het derde kwam, dat had ik niet verwacht.
Ik heb het nog een rode schijn gegeven
maar J. vond dat niet mooi en hij
kon het weten want hij was zelf juist
bijna dood geweest, zodat ik, ja
bij het vierde en het vijfde
toen geloofde ik er aan.
[p. 165]
Nu heb ik er honderd en dat verschaft
toegang. Tot hoofden die precies even wit
en niet wit zijn als het mijne, tot lijnen
die nu nog bijna geheel kunnen verdwijnen.
Verwant vind ik die tussen-in-gezichten
die af en toe geheel verdord, alles al weten,
maar soms ook nog, illusionisten
rimpelloos oplichten. Les absents ont tort,
geverfden hebben iets gemist.
[p. 166]
Ziekenhuistuin
Midzomer met zijn overdonderende volte
bladergevaarte van zo moet het zijn, dit
is de vorm die elk van ons vond dit is ons
diepste groen en groen ons wezen, tak aan zijn tak
de grond op de grond, stevig, voldragen,
nergens vermoeden van molm, geen huiver
van langzaam en knisperend stuiptrekkend
stervende wespen.
Alleen wie zelf sterft wordt expert, licht
dit gaafrandige voldane op en helpt
zijn bezoeker een feit verder, maar niet ver.
[p. 167]
The last rose of summer
De laatste roos van deze zomer staat in November, rose,
voor het raam, en maakt dat ik me schaam. Waarom?
De onbekommerdheid, het voor-chaotische, dat het woord
roos alleen al tot een overtreding maakt.
Het vers-achtige, het zachte, waarnaar ik streef
en dat ik haat. Kijk naar de kaalte achter je
je bent misplaatst. Maak dat je gauw verdort, verrot,
maak haast, de krant voorspelt vanavond vorst.
Lees de Tirade Blog
Een levend werken
Een psycholoog bij wie ik liep vroeg eens hoeveel uur ik per week werkte. Ik had in die tijd een bedrijfje naast mijn schrijverschap, kluste ook nog bij als kok. ‘Een uur of vijfendertig,’ zei ik, en begon te vertellen waar mijn werkweek uit bestond. Toen ik klaar was met mijn opsomming vroeg ze hoeveel...
Lees verderTerug
Na drie dagen rijden kwamen we aan in Cilento, waar de hitte middagslaapjes afdwong in ons huisje op de steile heuvel aan zee. Er waren geen buitenlandse toeristen in San Marco di Castellabate. Hoewel mijn Italiaans beter was, stonden de jongens die een kiosk aan de kade beheerden er steeds op Engels met me te...
Lees verderDE MENS ALS BIOPIC 5 Ayaan Hirsi Ali
Laat ik met een citaat beginnen: ‘Ik hoop vurig dat naast de scheiding van kerk en staat de scheiding van emotie en ratio beter wordt geaccepteerd. Ik voel me in de publieke sfeer, in de politiek, niet geroepen om uiting te geven aan mijn gevoelens.’ Ayaan Hirsi Ali sprak deze woorden op 31 augustus 2006...
Lees verder
Blog archief