[p. 99]
Kalaharizonsondergang
Ieder naar zijn soort:
Zij zoeken als het licht vermindert
Hun lafenis.
Ree, paard, leeuw bijeen:
Zij zijn te dorstig
Verder te vrezen.
Geen schaduw zo smal
Of daarin bestaat voor hen
Geborgenheid.
Geen dageraad bevroedend
Geven zij zich over
Aan een onbegonnen dorst.
[p. 100]
Dwergboom
Zijn wortels zoeken niet meer
De aarde, maar een vierkant
Van aardewerk –
Waarop, in vreemde tekens,
Een wonder staat geschreven:
‘De Boom van de Onsterfelijkheid.’
Een hart is niet te zien.
Schuilt het in de taaie stam
Die bevend in de lucht hangt,
Of tussen duizend bladeren
Die, nog zo klein, altijd nog
Zo verschrikkelijk groen zijn?
[p. 101]
Katwijk
Hoofd gebogen,
Regen oneindig: niet meer
Te tasten.
Paarslicht van wolken.
Duinen en dwergbomen
Samengescholen
Galmen:
Hier zijn de wegen
Waar velen bleven.
Oeverloos betrokken
Draag ik mijn antwoord
Zelf naar de zee.
Lees de Tirade Blog
Veertien jaar
Lieve Gijs, Na je overlijden in 2011 schreef ik elk jaar een stukje over je op de website van literair tijdschrift Tirade. Ik nummerde die stukjes; je was één jaar dood, toen twee, toen drie en dat ging zo door tot tien. Als laatste schreef ik: Op een ijzige februarinacht tien jaar geleden raakte je...
Lees verderVooruitkijken / De dood
Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
Lees verderHet Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verder
Blog archief