Over dit hoofdstuk/artikel

J.J. Wesselo

over Pieter van Woensel


1.
Er is zeer weinig aandacht aan Van Woensel besteed. Sommige handboeken noemen hem, andere niet. Meestal is de informatie die over hem verschaft wordt gedeeltelijk foutief, en het oordeel gedeeltelijk negatief (wat bij randfiguren heel normaal is; ze zijn te vies, te radicaal, of wat ook). Slechts enkelen hebben hem uitvoeriger bestudeerd (waarbij het opvallend is, dat men hem voornamelijk beschouwt als schrijver van de prikkelende Lantaarn, terwijl zijn belangrijkste boek, de Aantekeningen, onderwaardeerd wordt). Ik noem hier de belangrijkste:
Volks-Almanak voor het schrikkeljaar 1864, uitgeg. door de Mij. tot Nut van ‘t Algemeen, 1864. Blz. 96-118 (Een stuk getiteld Van en over Pieter van Woensel, Med. Doct., dat waarschijnlijk geschreven is door Busken Huet).
Conr. Busken Huet, Litterarische Fantasi?n en Kritieken, Haarlem 1881 e.v. Hierin treft men in dl. I, blz. 107-139, een stuk aan getiteld Pieter van Woensel, en in dl. XXIV, blz. 163-201 een stuk Van Woensel en Loosjes.
Dr. J. ten Brink, Lantaarn-Opstekers, in: De Nederlandsche Spectator, 1868, 386-390.
2.
Aantekeningen, gehouden op eene reize door Turkijen, Natoli?n, de Krim en Rusland, in de jaaren 1784-1789, 2 dln., Constantinopolen, van de Hegira MCCVI (dl. II MCCIX).
Zoals het merendeel van het werk van Van Woensel is ook dit boek (verreweg zijn grootste werk, het beslaat een kleine 800 blzn.) anoniem uitgegeven.
Jaar en plaats van uitgave zijn niet moeilijk te bepalen. De uitgever is de Haarlemmer H. Holtrop; achterin dl. I noemt Van Woensel, onder het kopje ?Fouten, aldus te verbeteren?, zelf zijn uitgever: Portlohah-Effendi. Effendi is het Turks voor Heer, en in omgekeerde volgorde staat er dus: ?De Heer H. Holtrop?. Ook het jaar van uitgave is niet zo’n probleem. De Hegira (ook wel Hedsjra), de vlucht van Mohammed naar Medina in 622, is het begin van de Mohammedaanse jaartelling. Daarbij mag men niet gewoon Van Woensels MCCVI en MCCIX optellen (men zou dan lang na zijn dood uitkomen), want het Mohammedaanse jaar is een zogenaamd ?maanjaar?, dat 354? dag telt. 1206 ?maanjaren? blijken na enig gereken overeen te komen met 1170 ?zonnejaren?, wat opgeteld bij 622 dus 1792, en voor dl. II 1795 oplevert.
De Lantaarn, Amsterdam 1792-1801.
Deze almanak, een verzameling stukken en stukjes over alle mogelijke onderwerpen, verscheen onder het pseudoniem AMURATH-EFFENDI, Hekim-Bachi, dat bij benadering vertaald kan worden als ?De Heer Amurath, Hoofdgeneesheer? (Amurath is een veel voorkomende Turkse voornaam, equivalent voor Pieter?).
Van De Lantaarn verschenen vijf afleveringen, alle door Van Woensel zelf uitgegeven In ‘t Nieuwe Licht: in 1792 (die zelfs een herdruk beleefde), 1796, 1798, 1800 en 1801. De afleveringen tot en met 1800 verschijnen onder bovengenoemd pseudoniem. Aflevering 1800 bestaat voor een groot deel uit enige scherpe politieke satires, en werd door de Inwendige Politie (er verandert weinig) in beslag genomen. In hetzelfde jaar verschijnt dan de Bijlichter (zie hieronder), een aanhangsel op De Lantaarn van 1800, waarin Van Woensel zich tegen de inbeslagname verdedigt. Dit aanhangsel verschijnt onder zijn eigen naam, evenals ook de laatste Lantaarn, grotendeels een herdruk van die van 1800.
P. van Woensel, De Bij-lichter, zijnde eene uitgewerkte verhandeling over de Influenza, dat is Publieke verkoudheid, etc., Amsterdam 1800.
Rusland beschouwd, met betrekking tot – etc. Haarlem 1804.
Voorts is er in vrij veel bloemlezingen e.d. werk van Van Woensel opgenomen. Meestal een of twee stukjes uit De Lantaarn. Wat meer vindt men in: P.v. Woensel, Reisherinneringen, Leiden z.j., in de Volks-almanak voor het Schrikkeljaar 1864 en in Tirade, nr. 29 (mei 1959).
3.
Op ?en na: de binnenlandse politiek tussen 1792 en 1800, waarmee hij zich op bij uitstek litteraire wijze (nl. d.m.v. briljante satires) bezighield. Een onderwerp dat hier, helaas, nauwelijks aan de orde kan komen, omdat het een voor dit bestek t? uitgebreide studie vergt. De laatste edities van De Lantaarn krijgen om die reden minder aandacht dan ze in feite verdienen. Deze omissie zal overigens in een volgend jaar te verschijnen boek over Van Woensel worden gecompenseerd.
4.
Ook aan zijn leven zal in bovengenoemd boek uitvoeriger aandacht besteed worden.
2.
Aantekeningen, gehouden op eene reize door Turkijen, Natoli?n, de Krim en Rusland, in de jaaren 1784-1789, 2 dln., Constantinopolen, van de Hegira MCCVI (dl. II MCCIX).
Zoals het merendeel van het werk van Van Woensel is ook dit boek (verreweg zijn grootste werk, het beslaat een kleine 800 blzn.) anoniem uitgegeven.
Jaar en plaats van uitgave zijn niet moeilijk te bepalen. De uitgever is de Haarlemmer H. Holtrop; achterin dl. I noemt Van Woensel, onder het kopje ?Fouten, aldus te verbeteren?, zelf zijn uitgever: Portlohah-Effendi. Effendi is het Turks voor Heer, en in omgekeerde volgorde staat er dus: ?De Heer H. Holtrop?. Ook het jaar van uitgave is niet zo’n probleem. De Hegira (ook wel Hedsjra), de vlucht van Mohammed naar Medina in 622, is het begin van de Mohammedaanse jaartelling. Daarbij mag men niet gewoon Van Woensels MCCVI en MCCIX optellen (men zou dan lang na zijn dood uitkomen), want het Mohammedaanse jaar is een zogenaamd ?maanjaar?, dat 354? dag telt. 1206 ?maanjaren? blijken na enig gereken overeen te komen met 1170 ?zonnejaren?, wat opgeteld bij 622 dus 1792, en voor dl. II 1795 oplevert.
De Lantaarn, Amsterdam 1792-1801.
Deze almanak, een verzameling stukken en stukjes over alle mogelijke onderwerpen, verscheen onder het pseudoniem AMURATH-EFFENDI, Hekim-Bachi, dat bij benadering vertaald kan worden als ?De Heer Amurath, Hoofdgeneesheer? (Amurath is een veel voorkomende Turkse voornaam, equivalent voor Pieter?).
Van De Lantaarn verschenen vijf afleveringen, alle door Van Woensel zelf uitgegeven In ‘t Nieuwe Licht: in 1792 (die zelfs een herdruk beleefde), 1796, 1798, 1800 en 1801. De afleveringen tot en met 1800 verschijnen onder bovengenoemd pseudoniem. Aflevering 1800 bestaat voor een groot deel uit enige scherpe politieke satires, en werd door de Inwendige Politie (er verandert weinig) in beslag genomen. In hetzelfde jaar verschijnt dan de Bijlichter (zie hieronder), een aanhangsel op De Lantaarn van 1800, waarin Van Woensel zich tegen de inbeslagname verdedigt. Dit aanhangsel verschijnt onder zijn eigen naam, evenals ook de laatste Lantaarn, grotendeels een herdruk van die van 1800.
P. van Woensel, De Bij-lichter, zijnde eene uitgewerkte verhandeling over de Influenza, dat is Publieke verkoudheid, etc., Amsterdam 1800.
Rusland beschouwd, met betrekking tot – etc. Haarlem 1804.
Voorts is er in vrij veel bloemlezingen e.d. werk van Van Woensel opgenomen. Meestal een of twee stukjes uit De Lantaarn. Wat meer vindt men in: P.v. Woensel, Reisherinneringen, Leiden z.j., in de Volks-almanak voor het Schrikkeljaar 1864 en in Tirade, nr. 29 (mei 1959).