*
Het proces tegen Andrej Amalrik is op 11 en 12 november 1.1. gevoerd. Op beschuldiging van ?verspreiding van laster over de Sovjetstaat? heeft de rechter hem veroordeeld, niet, zoals zijn vrouw, zijn vrienden en zijn lezers gehoopt hadden, tot de verschrikkingen van een verbanning, waar hij in de Niet begeerde reis naar Siberi? verslag van doet, maar tot de gruwelen van een concentratiekamp, die Martsjenko in Wat ik zeggen wou heeft beschreven; tot drie jaar verzwaard regime. Hem werden ten laste gelegd zijn in samizdat circulerende boeken, zijn open brief aan de vorig jaar uitgeweken Sovjetschrijver Koeznetsov, en dit t.v.-interview. Amalrik heeft geweigerd de hem tijdens het proces gestelde vragen te beantwoorden, omdat hij het proces onwettig achtte. Wel heeft hij een slotrede van een uur gehouden, waarin hij onder meer de lafheid van de regering, die verspreiding van elke gedachte, elke idee, niet van haar topbureaucraten afkomstig gevaarlijk vindt, hekelde, processen als het zijne vergeleek met heksenprocessen in de middeleeuwen en de regering verweet dat ze zich in ideologische wanhoop vastklampte aan artikelen uit het strafrecht, gevangenissen, concentratiekampen en psychiatrische inrichtingen. Tegelijk met Amalrik is de student Lev Oebozjko veroordeeld tot drie jaar concentratiekamp. Hij was in januari gearresteerd wegens het in bezit hebben van een exemplaar van de brief van Amalrik (die hij overigens niet kende) aan Koeznetsov en van een pamflet, dat vorig jaar door Italiaanse studenten in Moskou was uitgedeeld en waarin de vrijlating van gevangen dissidenten, zoals b.v. Grigorenko, bepleit werd.