Tegenover ons huis ligt een woonboot. Eigenlijk is het meer een caravan op het water. Hij heeft links en rechts twee kleine raampjes, waarvan het ene zicht geeft op de keuken en het andere op de slaapkamer. In het midden zijn twee deuren die bijna altijd open staan en samen dezelfde breedte hebben als de televisie van de bewoners. Die zitten de hele zomer lang op het drijvende terras voor hun caravan, dat ze hebben versierd met een Bakkums hekje en een heleboel potten geraniums. Op dit terras staan verder een parasol en twee comfortabele Intratuinstoelen.
Overdag lezen de bewoners De Telegraaf. Rond een uur of vier gaat de televisie aan en die gaat uit op een tijdstip dat ik allang in bed lig. Vanaf ons raam op de derde verdieping kan ik zonder enige moeite meekijken naar 1 tegen 100, zo groot is dat beeldscherm.
Wij wonen nu vijf jaar tegenover hen en in die periode is er iets merkwaardigs gebeurd. De eerste jaren woonden er namelijk een man en een vrouw in de caravan. Maar vorige zomer is de vrouw ingeruild voor een Filipijnse jongen.
Afgezien van deze persoonsverwisseling is er eigenlijk weinig veranderd. De gebruinde zestiger met stekeltjes leest de krant, kijkt tv of geeft zijn plantjes water zoals hij altijd al deed, en de Filippijne jongen (voorheen een oudere vrouw) brengt hapjes en drankjes naar buiten.
Toch lijkt het alsof deze nieuwe bewoner iets met het humeur van de man met stekeltjes heeft gedaan. Sinds enige tijd horen we hem namelijk een paar keer per dag brullen vanaf zijn terras. Aanvankelijk was het moeilijk te verstaan wat hij riep. Maar inmiddels is duidelijk dat hij erg boos wordt wanneer een voorbijkomende boot te hard vaart. Daar begint zijn terras namelijk van te wiebelen. ‘Klootzakken!’ roept hij meestal. Waarbij hij dan rechtop gaat staan en zijn vuist balt naar de boot die allang weer uit zicht is. Ook ‘pummel’ (bij alleenstaande bootbestuurders) is een woord dat hij graag bezigt. Soms denk ik wel eens dat hij beter af was met zijn vrouw.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief