[p. 208]
Ik schreef op de advertentie van die toren:
zijn klokken wilde ik wel eens horen.
Naast hem ben ik op het plein gaan staan.
Rond was de maan om zijn gouden haan.
Zilver het plein om mijn zwarte Ik.
Wit mijn horloge van ‘t ogenblik.
Onze schaduwen heb ik vergeleken,
groot was zijn romp en klein mijn teken.
Daar kwamen de middernachts-slagen aan-
gonzen over de stad onder de maan.
Op de laatste slag ben ik gesprongen
en met hem weggezongen.
Sinds ben ik niet meer vernomen.
Niemand vroeg: waar mag hij blijven?
Eerst nu ben ik teruggekomen
om dit in zijmvorm op te schrijven.
Lees de Tirade Blog
De bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verderGeen weer
Omdat onze vriendengroep door aanvullende kinderen en huisdieren bijna alle vakantiehuizen ontgroeid is en de resterende vakantiehuizen hatelijk duur zijn geworden, bedacht ik een alternatief. We zouden een tentenkamp opslaan bij S en L, die sinds kort een boerderij met flink wat grond in Wardoe bewonen. Fikkie stoken, buiten koken, disco met de kinderen, sterrenstaren...
Lees verder
Blog archief