[p. 152]
Ik dacht dat het de zuidewind was,
maar het was een stem die weerkaatste,
Ik dacht dat de wind daar aankwam,
maar het was de echo van een stem.
Wind, waar zijt gij?
De blaren der bomen bewegen zich niet.
Waar zijt gij wind?
De blaren der bomen hangen stil.
De wind komt niet meer hier,
hij blijft huis bij zijn vriendin.
De wind verschijnt niet meer,
hij blijft bij zijn vriendin.
De wind blaast krachtig
en stort zich over mij uit.
De wind blaast maar voort
en stort zich over de pluimen.
Regen, val niet te dicht neer,
anders worden de mensen nat.
Val niet dicht neer regen,
dat de mensen niet nat worden.
Regen, trek om de gezichtseinder.
kom niet meer tot hier.
Regen ga om de horizon,
val hier niet meer neer.
[p. 153]
De wakia vliegt roef! weg,
misschien heeft zij wolken gezien.
Roef! roef! vliegt de wakia heen,
misschien ruikt zij de berglucht.
Blaren die daar zo wuift,
ge doet mijn hart verlangen.
Wuivende blaren der bomen,
ge maakt mij het hart zo week.
De pandanen-bloemen waaien met de wind mee,
ze vallen in zee en drijven op het water.
De pandanen-bloemen waaien af
en drijven als ze in zee vallen.
Het begin van de weg naar het meer
is zo vlak als een spiegel.
De ingang van de weg naar de zee
is zo vlak als het lemmet van een mes.
Ik ga eens naar de zee zien,
of de golven al zijn bedaard.
Ik ga eens naar de oceaan kijken,
of de deining al weer vlak is.
De spiegel van het meer is gedaald,
de zandplaten schitteren in de zon.
In de Wimbi is het water gedaald,
de zandbanken blinken in het licht.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief