- Tomas Tranströmer Vertaling: J. Bernlef
- De route van de natuur Merijn Bolink
- Alfred Kossmann Een levensbericht
- Leo Vroman Schreef ik maar oude verzen
- Michaël Spaan ‘Over alle grenzen’
- Anton Ent Studiereis
- Guus Middag Vaders en zonen
- L.F. Rosen
- Jacques Hendrikx Domme dingen doen
- Anton Gerits Ballade van de thuisloze
- Herlezen Willem Elsschot, Het dwaallicht
- Poëziekroniek
[p. 251]
Ze woont hierboven op de kale planken.
Ze wil de stemmen horen, de taaie zieligheid
van alledag. Op gezette tijden komt ze
naar beneden, scharrelt wat in kamers,
ruikt aan snoeren, is lichtelijk bijziend
en eigenlijk iets te dik.
Zo snorkelt zij aan ons voorbij.
Turend naar de vloeren, beducht
op onderstromen. Aan iets hogers
hoopt zij niet. Zij roept dat ook niet op.
Ze is er voor de kleine lichten en ziet
het krimpen der overrompelden aan.
Dat slag. Maar kansloos is zij niet.
Zij toont zich in ‘t gevecht. In welk bed
dat ook klimt, zij er tegen aan.
[p. 252]
Kan het smaller, kariger? Al meer dan 40 jaar
ligt hij uitdijend onder die stoeptegel,
een kind in ouderdom verpakt, tikken wij ertegen,
tikt hij tegen de spiegel elke morgen, zijn gelaat
verwoest door het jarenlange feesten, duwt hij mij –
‘een kind dat op zijn moeder lijkt’ – opzij.
– Wie sneed mijn brood? Wie dekte mij toe? vraagt hij
of hij niets beters weet daar in zijn dodenkelder
aan mij die zoveel minder weet: Hij was zo helder
als spiegelbeeld. De dood, zegt hij, maakt hem niet moe
maar dat men hem oproept met woorden, in inkt,
dat hij dan, een volwassen man, verpakt moet als kind.
[p. 253]
Altijd op weg van een feest naar huis –
kwetsbaar koplamplicht valt voor hen uit,
de fiets raakt uit balans, rondom schuift
bos ineen, (voelden ze hoe bevolkt een bladerdak
kan zijn, hoe kogelrond een bos dat spookt?) –
verdwijnen zij. En al hun zomergeheimen.
En geen bos laat hen en jou meer los.
Wordt hun vruchtbaarheid dan toegevoegd aan grond,
een nieuwe ertslaag soms? Moetje dat zo zien?
Worden het bosnymfen met magere, angstige lichamen?
Hoe ook dat in je kolkt, om uitleg vraagt.
Je pelt ze los uit de berichten, die dunne laag,
en praat in dromen met hun moordenaars. Van mannerug
tot mannerug alsof begrip geen blik verdraagt.
[p. 254]
In de verbeelding komen ze. Gearmd.
Over de loopplank. En schikken
zich. Een stil rumoer van benen
over benen. Zwart water klopt aan ramen.
Ze hadden het over jou, een dikke warme
zomer lang. Twee tuinen verder. Hikkend
van de lach wierp een haar bal. Op hun tenen
stonden ze bij de heg. Knisperend kwamen
ze. Zeldzame dieren. Kwamen door de heg gekropen
de Kleine Ademdief, de Rode Pantoffelloper,
de Muis Met Vlek, de Bonte Tuimelaar,
de Dochteren Israels, de zusjes Koorevaar.
[p. 255]
Als met de liefde van een vrouwehand
opgemaakt verwacht ik hem zoals geschenkpapier
zijn schaar verwacht, bij de bedderand,
statige vriend, een volle kop groter dan
een man ooit was. Zijn glimlach verhult het zeer.
Hij die de bakens bij mijn bed verhangt
en grijpt naar mij, hij legt mijn dorre hoofd
opzij, tast naar de magerte in oog en wang.
Zijn afdruk zie ik heel veel later pas.
Lees de Tirade Blog
DE MENS ALS BIOPIC 7 Govert Flinck vs Rembrandt
De schilder Govert Teunisz Flinck is opgenomen in het Amsterdamse Pesthuis en zegt: ‘Mijn hele leven heb ik gewacht tot al mijn critici aan de pest, cholera, of tyfus gestorven zijn. Wachten tot iedereen verdwenen en vergeten is, behalve ik. Ja, ik heb rottige gedachten gehad, mijn hele leven. En nu? Eén ding hamert, hámert...
Lees verderGlittertand
Voorheen vervloekte ik de studiedagen van mijn dochters basisschool. Dat kwam deels doordat ik ze niet (als een georganiseerde ouder) aan het begin van elk jaar in mijn agenda zette. Gênant vaak heb ik balend voor die poort gestaan, opkijkend naar donkere lokalen. Sinds dit jaar staan alle studiedagen in mijn agenda en mijn hekel...
Lees verderChopin
Om mijn verhuizing naar Utrecht te vieren ging ik naar de bladmuziekzaak Broekmans en Van Poppel. Ik was er al lang niet geweest: de laatste jaren bestel ik mijn bladmuziek in hun webshop. Vroeger, toen mijn broer nog in Utrecht woonde, kwam ik er voor mijn gevoel regelmatig. Als we door de binnenstad liepen, vroeg...
Lees verder
Blog archief