[p. 49]
Blaren vallen: ik hoef mijn hand maar uit te steken
en alles wordt ontbloot tot op de naakte stam.
De schaamteloze lucht gedraagt zich als een schoot,
bereid de wet der zwaartekracht te breken.
Ik voel mij zweven en geboren worden in de dood.
Mijn vader die mijn moeder van mij nam,
nadat zij mij als onderpand had moeten geven,
ontbladert, heeft geen raad met haar geweten.
Ik word gedwongen in zijn naam te blijven leven.
Het vruchtbeginsel is tot op de daad versleten.
Schaambeen en ellepijp gaan eindelijk uit elkaar
omdat voor hen in het skelet geen plaats meer is.
Lege zaadbolsters ondersteunen het gemis:
achter hun rug ontstaat mijn evenaar.
[p. 50]
Als man ben ik een vrouw en daarom houd
ik lesbisch van vrouwen, homosexueel
door dubbele omkering van ‘t geijkt systeem
der ruimte, slechts vermoedend wat er scheelt
als ik een schoot ontbloot en toegang zoek
tot ondergrond waar ik op eigen diepte stoot.
‘t Verhoogt de bittere voldoening van mijn bloed
een zwangerschap te voelen aan de leegte van
mijn buik die zich verdwaald weet in een man.
Ik draag een moeder in mij die mij kwelt
omdat zij koestert wat ik haar verwijten moet,
waarvoor geen nieuwe wetten zijn gesteld.
Zo wemel ik van bloedverwantschap met mijzelf,
een groot gezin van lusten die ik vluchtig ken,
maar onderhand ontdek als ik mij spelend meet
met vrouwen die haar naaktheid als een kleed
uitspreiden, niet verstrooid door wat een huid bedekt
die zich begerig uit haar voegen strekt.
[p. 51]
Met wervelstormen in mijn bloed,
een alfabet van meisjesnamen,
moet ik wel onheil brengen aan jouw kust
Je mag het mij niet kwalijk nemen.
Ik kan toch mijn cyclonen niet
eeuwig op oceanen laten zwerven
om daar de liefdesdood te sterven
zonder een inham in ‘t verschiet.
Ik moet aan land gaan met mijn drift,
vernielen wat mij dierbaar is.
Mijn hemel duurt een korte tijd:
ik moet mijn watermassa’s kwijt.
Ik teister jouw bewoonde kom
met zondvloed en vernietiging.
Het is mijn afscheid aan de zee,
mijn weids rumoer rondom de dood.
[p. 52]
Jij hebt van mij het leeuwenaandeel
genomen
dat ternauwernood
past in je schoot.
Jij hebt de koning van de dieren
gevangen
omdat je hem niet langer
woestijn
en vrijheid wilde zijn.
Jij gaf jezelf als prooi
en lokaas voor zijn klauwen
omdat je nooit
zijn dorst naar wildernis en vrouwen
zult stillen of vertrouwen.
[p. 53]
Ik zag het lichaam van mijn moeder
wegdrijven op het water der rivier.
Het was de doodsrivier, de heidense,
hoewel zij was gedoopt in haar zuidhollands dorp.
De snelheid van het water was waanzinnig.
Ik stond gevleugeld en genageld aan de oever
en zelfs mijn kinderogen zagen in
dat ik haar door mijn blikken liet verdwijnen.
Ik kon niet roepen, kon geen hand
uitsteken naar de dood om haar te laten weten
dat ik haar zag: haar bleke trekken,
gesloten ogen, donkere haar – ik kon niet wuiven.
En zij vloog langs de stroomdraad:
een prooi niet van het water en de golven,
maar van mijn spiegelgladde blikken
die zelfs niet trilden en haar bliksemsnel vervoerden.
Lees de Tirade Blog
Terug
Na drie dagen rijden kwamen we aan in Cilento, waar de hitte middagslaapjes afdwong in ons huisje op de steile heuvel aan zee. Er waren geen buitenlandse toeristen in San Marco di Castellabate. Hoewel mijn Italiaans beter was, stonden de jongens die een kiosk aan de kade beheerden er steeds op Engels met me te...
Lees verderDE MENS ALS BIOPIC 5 Ayaan Hirsi Ali
Laat ik met een citaat beginnen: ‘Ik hoop vurig dat naast de scheiding van kerk en staat de scheiding van emotie en ratio beter wordt geaccepteerd. Ik voel me in de publieke sfeer, in de politiek, niet geroepen om uiting te geven aan mijn gevoelens.’ Ayaan Hirsi Ali sprak deze woorden op 31 augustus 2006...
Lees verderWarm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verder
Blog archief