[p. 245]
Antoine Uitdehaag
Liefhebber
Ik opereerde graag als kurketrekker,
beet mij vast in de weke delen
en trok totdat de kern meegaf, losliet.
Wat dan wegstroomde was mijn zorg niet.
Genoeg was het genieten van de open hals,
het klokkende geluid dat diep van binnen
loskwam, de geur, de onvoorspelbare
volgorde van natte zinnen.
Nu draai ik voor de aangeboden waar,
doorzie de gladheid van de buik
en zou het liefst meteen gaan slapen.
Kras aan het etiket, ik-niet-begrijpen
belazer ik mijzelf. Jaartal, letters,
ik kan geen zin meer samenschrapen.
[p. 246]
Een nieuwe heup
Als zij mij showt haar oude witte dij,
de wond, donkerrood dichtgeritst
over het plastic wonder, kijkt hij niet
haar maar mij hulpzwijgend aan.
Ziet in mijn ogen andere heupen
in een ander voorjaar. Ziet mij ontstaan.