[p. 355]
Iets onbegrijpelijks zit in de weg. Ik denk
aan Perzië. Een labyrint vol spiegels.
De eerste rimpeltjes waaraan je ziet dat ook jij
kunt verouderen. Maar daarom heb ik je zo lief.
Jij kunt mij breken. Ik kan jou verscheuren.
Die ene stap in een onmetelijke ruimte.
[p. 356]
Een hoge boom. De blaadjes nauwgezet
gerangschikt. Elk blad is afgestemd
op ieder ander trillend blad. Een sidderend geheel
van stemmen in een wijdvertakte keel.
Maar nu is het windstil en aan de uitgestorven
lucht zwijgt zelfs de maan. Noodweer. Een radeloze rust.
[p. 357]
De dageraad een tedere eksplosie.
Van je ontwaakte lippen
vallen de eerste woorden.
Ik luister naar de verte.
Dit alles zou de toekomst kunnen zijn,
dit staag veranderende, vluchtige
en een en al vergankelijke.
De bruine heuvels dansen.
Het dodelijke van een dag
die aanbreekt en de nacht
schijnbaar heeft overwonnen.
‘t Lichtvaardige van alle overmacht.
Lees de Tirade Blog
Geen weer
Omdat onze vriendengroep door aanvullende kinderen en huisdieren bijna alle vakantiehuizen ontgroeid is en de resterende vakantiehuizen hatelijk duur zijn geworden, bedacht ik een alternatief. We zouden een tentenkamp opslaan bij S en L, die sinds kort een boerderij met flink wat grond in Wardoe bewonen. Fikkie stoken, buiten koken, disco met de kinderen, sterrenstaren...
Lees verderTenta
(beeld: Don Duyns – naar Hokusai) Het Spaanse strand is leeg, op wat lege flessen, de resten van een kampvuur, omgevallen plastic stoelen en Cleo na. Haar vingers prutsen met het wieltje van een aansteker terwijl ze haar 3e sigaret van de ochtend probeert op te steken. Blote voeten half begraven in het zand, gehaakte...
Lees verderVaart
Precies een jaar na haar dood reden we met mijn moeders as naar Hilversum. Ada (8) zat naast me op de bijrijdersstoel, onder haar voeten lag de asdoos, met naam en datum op een sticker op de voorkant. Mijn moeders as heeft na de crematie een week op de kast in onze woonkamer gestaan, daarna...
Lees verder
Blog archief