Vijf gedichten
Kees Winkler
April
Balans
Zoals het nu tussen ons is, zo moet het blijven
een enkele kus, een lief gebaar, een leuk gesprek
daarop kan onze vriendschap beter drijven
dan op omhelzingen, verliefdheid en/of bed
Zo houden wij de liefde in het reine
en zetten toch het leven naar ons hand
ik blijf de trouw bewaren aan de mijne
en jij bewaart je innerlijke stand
Borstbeeld
Het was op een vaag kunst-feestje
daar zag ik zonder beha
2 mooie gerijpte borsten
in een doorzichtige blouse
Ik dacht: moet ik ze nu in mijn
handen nemen of niet, het dilemma
van de beeldhouwer, ik wankelde
tussen kunst en kultuur
Tenslotte deed ik niks
maar vroeg me toch wel af
of ze zich nu dáárvoor
zo gekleed zou hebben of niet
Zieligjes
Met haar geopereerde arm
scharrelt zij door ‘t huis
als een vleugellam vogeltje
Zij heeft op de werkkamer
een nest gemaakt van dekens
daarin doet ze Dkleine slaapjes
Laatst de eerste stapjes buiten
zij hipte meer dan ze liep
Ze hoorde andere vogels fluiten
en had een diep verdriet
Het paarse licht van Isis
De dag was blauw en loopt nu langzaam uit
in vage paarse slierten aan het uitspansel
zo zag de mantel der Godin eruit
tenslotte als Maria van de kansel
Ik heb nog weet van de antieke waarden
van toen de Godenmoeder niet tot maagd verheven
cypressen en laurierbomen deed beven
en sterren in haar baan trok om de aarde
Zo is de stand: wij barsten van de auto’s
maar van het heilig koren is niemand zich bewust
totdat de honger komt met krantenfoto’s
en een paars kleed op onze doodkist rust
Dan strooien wij wat korenbloemen op het graf
en prevelen de spreuk van wie bewaarde
‘t antiek geheim van grote Moeder Aarde:
nu duistert het en ‘t licht valt van ons af