[p. 441]
Hans R. Vlek
Grollen van god
Eeuwigheid, eeuwigheid,
in magma kolkend onder hem, naakt-
gewapend in marmeren fries boven hem.
Hij in zijn tempel, hum en sas.
Hij laadt zijn kanonnen
met de boules du jeu, beschouwt
z’n lid als Chammoerabi’s stêle, stui-
tend tegen de hardstenen labia minora van
Haifestos elegante testesdochter.
Sex: gelukkig verlost is hij, en
hysterische reien roepen mythisch
in koor: ‘Oh, daar heb je hem weer, hij,
met z’n pen zonder penis! Hij, de
bastaard van Lord Elgin die Mercouri
en Muze mokken laat bij ‘n Delftse kop
mokka uit Mecca!
Terwijl hijzelf geniet
van het bitter godenbloed der gristlijk-
dionysische noodtransfusiedienst
en vrolijk brult: ‘Aids,
aids to the people!’
[p. 442]
Paraboleion pindareion
Bij het speerwerpen
ziet men soms winnaarsworpen van 113
yards waarbij de spies vlak en deparabolisch
de zuurstof klieft, en, zonder
trillendfallisch de punt in magmamater
aarde te planten, plat
de grasklei raakt, ter
wijl de olympische elfde soms
met een prachtig halfovale lansworp
de speer op 87 meter diagonaal
in de groene arena zeven seconden natrillen
laat, en daarmee naar elk gezond oordeel
de dekadrachme heeft verdiend.
Aldus de weemoed van Pindarus, aldus alles
wat er over de vorm dient gezegd.