- Leo Vroman Ik Joods?
- Anna Tilroe De onvervuldheid en het teveel
- Paul Meeuws De vriendinnen
- Benno Barnard
- Toine Moerbeek Vrouwenkitsch II. My heart belongs to daddy.
- Pieter A. Kuyk Wanda
- H. Brandt Corstius Het kanon
- Kees van Domselaar
- J. Hendrikx Zalig bos
- Herman Coenen
- Rogi Wieg We gaan ergens eten
- Willem Jan Otten Blinde beelden
- Herlezen Een onvergetelijk maar vergeten kind
[p. 440]
Daar lagen we, naakt, in de rouwkamer
van zo’n novotel, lammeren Gods
gepekeld in de zonde, verboden vruchten
airconditioning, nieuwbouw
in de schaamstijl van de tijd.
Vierentwintig kanalen volg ik
in het oude Gent, credit cards
verschaffen ons middeleeuwen.
Aluminium is het venster
dat ik sluit, zo internationaal
het binnen is, zo vreselijk
moeten wij elkaar beminnen.
[p. 441]
Een bezwaar zo groot als rouw
legt vandaag een deken
over de dingen.
De wil daalt als modder
en buiten vliegt alles vol
met eksters.
We zijn gegadigd, geven antwoord, betalen
prijs voor het nieuws, voor het maken
van beelden, commentaren, verbanden
en daarna muziek, we verzamelen
daden, verzinnen een wereld
en avond aan avond
stottert de tijd.
De dagen, ze kantelen
op de rand
van onze heftigheid.
Lees de Tirade Blog

Normaalverdeling
Een jaar of wat geleden keek ik de Zomergastenaflevering van Paul Verhoeven terug. Het gaat op zeker moment over schoonheid. Naast de schoonheid in films, komt ook wiskundige schoonheid aan bod. Verhoeven vertelt dat er eens, toen hij lang geleden in Leiden wiskunde studeerde, een docent tijdens een mondeling in tranen was uitgebarsten: de beste...
Lees verder
De oude leugen: Dulce et decorum est pro patria mori
Een paar weken geleden ben ik begonnen gedichten uit mijn hoofd te leren. Een directe aanleiding was er niet, maar het leek me leuk om – wanneer de gelegenheid zich voordoet – een gedicht te kunnen declameren, zoals ik vroeger altijd wel wat kon pingelen als er ergens een piano stond (tegenwoordig ken ik helaas...
Lees verder
DE MENS ALS BIOPIC 7 Govert Flinck vs Rembrandt
De schilder Govert Teunisz Flinck is opgenomen in het Amsterdamse Pesthuis en zegt: ‘Mijn hele leven heb ik gewacht tot al mijn critici aan de pest, cholera, of tyfus gestorven zijn. Wachten tot iedereen verdwenen en vergeten is, behalve ik. Ja, ik heb rottige gedachten gehad, mijn hele leven. En nu? Eén ding hamert, hámert...
Lees verder
Blog archief



