[p. 716]
Mist in de randstad
Feestdag
en het weer past zich goed aan.
Aan onze werklijkheid gaat niets verloren.
En? Hoeveel zicht nog?
Kijk –
zo’n kauwtje! Met een meeuw op één antenne.
Brak water, deze buurt.
Men ondergaat een strafgericht
van Bach.
Koralen bij de buren.
Niets af te zetten
en verder klerus.
Tien liefdes schuiven samen
in één muizenis.
Die kwast in ‘t hout –
bij God, zó’n mooie kont.
Resteert
de hete hang
naar je volmaakte leden.
Marko Fondse
