[p. 460]
Een hoofd als van een heilige
ligt onder wrede bijen
en hun glinsteringen:
zwarte dromen zingend,
ontevreden bed
en man omsingelend.
Een kamer vol met ruisen
vóór zijn stil en leeg gezicht
en wat hij altijd heeft vermoed:
uit oude korven
teruggekomen schrikbewind.
[p. 461]
Ze draagt de grote, witte poedel in haar armen
als een slagroomtaart; vier kaarsen,
elk één jaar.
Het plein over; een strakke zon:
laken waaronder elk bewegen
van een ziekte komt
– het lichaam, druppel, wil
gelijk zijn met de grond.
Begeerte is de steden uit;
het meisje gaat van loomheid bijna hangen
op het dier dat zij niet langer draagt
maar dat als lichtste zonnevlek
aan haar katoenen kleed
en aan haar beide handen trekt
en vóór haar uitzweeft in de straat.
Lees de Tirade Blog
Vier bier en één cola
Het was nog rustig in de kroeg. De zon wurmde zich door het glas-in-loodraampje en viel op de grote, ronde tafel waar Lootje aan zat. Ze lachte me uit toen ze me zag, omdat ik mijn zonnebril nog op had, mijn mond een grauwe streep was en mijn gezicht nog in de kreukels zat door...
Lees verderEen café
Omdat ze op maandagmiddag streetdance heeft en we na school een uurtje moeten overbruggen gaan Ada (7) en ik elke week naar een café. We hebben er een aantal geprobeerd – dat was een tijdje ons ding: steeds op nieuwe plekken cola en bitterballen halen. Sinds we bij Café Chris kwamen zijn we daar gebleven....
Lees verderAnderhalve kamer. In memoriam Kees Verheul (1940 – 2024)
Kort nadat ik bij Van Oorschot was komen werken, vond ik in de krochten van de uitgeverij een exemplaar van Kontakt met de vijand. Het was een nieuw-oud boek, het had er sinds verschijnen in 1975 in een doos gelegen. Ik begon erin en stopte niet meer. De toon, het avontuur. Kees Verheul was de...
Lees verder
Blog archief