Honderdzevenenzestig

De stille wereld | Jeffrey McDaniel
(Naar: The Quiet World)

In een poging om mensen elkaar
vaker in de ogen te laten kijken,
en ook om ons zwijgen te verzoenen,
heeft de regering besloten
om iedereen, iedere dag,
honderdzevenenzestig woorden te geven.

Wanneer de telefoon gaat, plaats ik mijn oor
aan de hoorn zonder hallo te zeggen.
In het restaurant wijs ik naar de kippensoep.
Ik wen snel aan deze nieuwe wijze.

’s Nachts bel ik mijn geliefde op afstand,
vertel trots dat ik er enkel negenenvijftig
verbruikt heb vandaag. De rest heb ik voor jou bewaard.

Wanneer ze niet antwoordt,
weet ik dat al haar woorden op zijn,
dus fluister ik langzaam, tweeëndertig
en een derde keer dat ik van haar houd.
Daarna zijn we nog slechts aan de lijn
en luisteren naar elkaars ademhaling.



Op mijn veertiende was ik voor het eerst echt sprakeloos. Ik wist nog niet goed wat echt was, maar wel dat het zat in de dingen die je bij binnenkomst meteen begrijpt. Ik wist ook nog niet goed wat begrijpen was, maar wel dat het kwam in stukken, in brokken, die het maakte. Nu weet ik minder. Wat ik wel weet is dat ik een keer een avond lang voorlas en een wijnglas omgooide, maar wat ik niet begrijp is dat ik ook een keer een avond lang geen wijnglas omgooide en niet voorlas, omdat ik niet wist of iemand wilde luisteren. Ik wist niet of iemand wilde luisteren, omdat ik niet naar mezelf wilde luisteren en ik dacht dat we dingen gemeen hadden. Wat ik begrijp: dat zwijgen geen verzoening duldt. Wat ik leer: dat wat ons het eerst redt, de fontanel, later weinig van zich horen laat. Het tocht in mijn hoofd, maar het komt niet uit de kieren.

Ik houd geen woorden over vandaag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *