Lucht

Voor een buitensportwinkel aan de Haarlemmerdijk bond ik Otis de Hond aan een paaltje. Binnen begeleidde een opgewekte man met een volle baard me in het kiezen van een regenjas; hij spaarde me niet toen een gewatteerd model van 900 euro een barbapappa van me maakte.

‘Dit moet jij niet doen,’ zei hij vrolijk. ‘Jij wilt je vorm niet benadrukken.’

Door zijn botheid ontspande ik volledig: weg was het ongemak dat ik altijd voel als ik met een vreemde voor een spiegel sta. We praatten zoals normale mensen bij het klerenkopen doen, zoals ik praat bij de slager, bij de groenteboer. De derde jas die hij me aanreikte was de juiste, en viel binnen mijn budget. Ik hield hem aan, rekende af en zette mijn wandeling met Otis voort.

Terwijl we door de stad liepen begon het te regenen en de jas deed het uitstekend: druppels rolden van mijn schouders en mouwen, binnenin bleef ik droog en warm. De hemel leek te spannen om een massief van grijze wolk; naar boven turend ontweek ik andere voetgangers en fietsers, stapte stoepen op en af en slalomde door rijen paaltjes.

Kon het veranderende klimaat gevolgen hebben voor de vorm van onze wolken? Ze leken zoveel meer aanwezig dan voorheen.

Ik dacht aan Suriname, aan massieve cumulussen die uit de aarde zelf op leken te stijgen. Aan hoe ik daar geen regenjas nodig had omdat de regen warm was, en mijn kleding toch snel weer zou drogen. Hoelang zou het duren voor ik weer op Pengel landde? Zou ik er ooit nog komen, en zou Paramaribo dan wel hetzelfde zijn?

Bij de beurs die ik afgelopen week van het Letterenfonds kreeg zat een deel opleidingsgeld, een extra bedrag om expertise in te kopen, maar terwijl Otis en ik van het Westerdok overstaken naar Het Stenen Hoofd, vroeg ik me af of een reis niet beter voor mijn schrijverschap zou zijn. Of ik niet terug moest naar Nickerie om een dag op Bigi Pan te drijven, of naar Pikin Slee in het binnenland om in de rivier te staan terwijl die warme regen op me landde.

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.