Nyctofobie

Kleine Vladimir, waar ben je toch zo bang voor?
Met je kille blik heb je jezelf al zoveel nachten
opnieuw ondervraagd, sinds je kleutertijd
steeds hetzelfde patroon: niemand te vertrouwen,

de nachtelijke haas niet, je kapotgetrapte speelgoed,
de grotere jongens die je tegen de kleine opzette niet,
vader, docenten, superieuren, dat emotieloze gezicht
in de spiegel niet. De mensen in je land,

proostende vrienden die je teveel nodig hebben
om vriend te kunnen zijn – waarom moet jij toch altijd
alles alleen opknappen in je donkere bunker

terwijl anderen de lente op hun gezicht voelen?
Jij kunt er toch ook niets aan doen dat het zo begonnen is,
zo volkomen volgens angstig plan zal eindigen?

Hanz Mirck

Hanz Mirck (1970) schrijft al ruim dertig jaar poëzie. Zijn debuut Het geluk weet niets van mij (2002) werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs en zijn tweede bundel werd bekroond met de J.C. Bloemprijs. Mirck was ook redacteur van literair tijdschrift Parmentier en voor diverse uitgeverijen. Hij vertaalde toneel en poëzie, schreef gedichten voor kinderen, een roman (Het godsgeschenk) en was stadsdichter van Zutphen en daarna van Apeldoorn.