- F.t. Harmsen van der Beek Het taxivarken
- F.t. Harmsen van der Beek In de winkel
- F.t. Harmsen van der Beek Vanwaar-waarheen?
- D. Hillenius Vier gedichten
- Jan Hanlo Ik sloeg een kraai omdat hij stierf
- Gerrit Krol Bij het 50-jarig bestaan van het K.S.L.A.
- [Gedichten van W.A. Wilmink]
- [Gedicht van Rob Scherjon]
- H.J. Adèr, Vier gedichten
- Panta rhei
- Ton van Os
- J.S. Henriksson Wees niet zo burgerlijk
[p. 88]
Er waren twee jonge gelieven,
die minden elkander zo teer,
die gingen tesaam ten stadhuize
en werden mevrouw en meneer,
zij kregen een woning op zolder
bij grootvader Piet van der Plas,
en waren daarmee in hun nopjes
omdat er zo’n woningnood was.
En als zij daar zoenden en stoeiden
keek opa op grootvaders klok,
daar nam hij zo lustig de tijd op,
ook sloeg hij de maat met zijn stok,
en maakten de jonge gelieven
een uiterst erotisch geluid,
trok opa zich op aan de dakgoot
en lachte hen toe door de ruit.
Dat grootvader zo alle dagen
een blijk van belangstelling gaf,
de jongen, die vond het wel aardig,
maar de jonge bruid knapte af,
haar stem kreeg een ranzige bijklank,
haar ogen die kregen iets grauws,
totdat ze tenslotte kapot ging
aan opa zijn blijvend applaus.
W.A. Wilmink
[p. 89]
Zij draagt een hoed met rode franje
en daaronder zit een kruik,
zij draagt een mantel van oranje
en een sjerp over haar buik,
zij draagt haar hondje in haar handen
en haar zolen zijn van hout –
allemaal om zich niet te branden
aan fall-out,
Atoombom Annie.
Zij heeft haar scheefgezakte leven
in voldoende mate lief
om het nimmer prijs te geven
aan het radio-actief,
toen ik haar onlangs nog eens weerzag
in de gouden morgenstond,
toen besprak zij weer de neerslag
met haar hond
Atoombom Annie.
Annie was van jongsafaan al
een wat zorgelijke natuur,
Annie denkt maar steeds ‘we gaan al’,
en we gaan pas op de duur.
Dan gaat Annie met of zonder
ruimtescheepje naar de maan,
dan gaat Annie naar de donder,
en gaan wij er achteraan.
W.A. Wilmink
Lees de Tirade Blog
Het bleek familie
Op sociëteit Minerva in Leiden zit bij de centrale trap een plaquette in de muur. Het opschrift luidt: Ter nagedachtenis aan leden van het Leidsch Studenten Corps die door de oorlog het leven lieten. Er staan een kleine dertig namen onder. Toen ik nog lid was van Sempre Crescendo (de open muzikale subvereniging van Minerva)...
Lees verderHet geluk
Miel bestiert een charmante delicatessenwinkel die zo in een oud, Frans dorpje had kunnen staan. Zo’n dorpje waar de tijd zelfs uit vertrokken is, de straten altijd leeggelopen zijn, alle dagen traag, hitsig en doorrookt voorbijkruipen en iedere mannelijke inwoner hopeloos verliefd is op de blonde bardame die haar jonge borsten op de toog drapeert...
Lees verderLief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verder
Blog archief