- Josine Meijer Jacques de Kadt (1897-1988) en de wetenschap der politiek
- Rutger Kopland Herinneringen aan het onbekende of Over tien manieren om uit te treden
- Kees Verheul Promenade
- Tonnus Oosterhoff
- Eva Gerlach Schommel
- Paul Meeuws Bachjaar
- J. Bernlef Geestgronden
- Gerrit Krol De schrijver en het feit
- Leo Vroman Zieke aaien
- Ad Zuiderent
- Herlezen Een queeste op de motor
- Poëziekroniek
- Medewerkers aan dit nummer
[p. 364]
Eerste gezicht, daar was je wel aan toe.
Een druppel ziel in klei, en jij verliefd.
Droog oog dat alles opneemt… alsjeblieft
je bril af, worden oog en hoofd niet moe.
Langer de dagen? Oog, je lijkt wel blind;
september maakt je ieder jaar van slag.
Wat valt te maken. Van de nacht een dag?
Verlangens worden in de man tot kind.
Kleitafel nog, waaraan je, smeltend hart,
de hand legt op wat strelend moest ontstaan.
Een nieuw gezicht dichtbij, geen woord ontgaan,
merkt wat je trillen doet, gebeurt in huis.
[p. 365]
Herfst rond je hoofd, al was je in de groei;
als storm aan bomen rukte de tondeuse.
Een vader sloeg zijn zuinigst mededogen
je haardos in: de scheiding bleef gespaard.
Als van een schaap dat voor het eerst geschoren
klonk je geblaat. Ging jij haast buiten westen
en zijn sigaar in as? Zo naar de filistijnen!
En als die jou verried nu maar Delila was.
Geslachtskenmerk – hij hield de scheiding recht;
je nek onder het mes, zo werd je man.
‘t Was winterstil toen hij zijn peuk opstak;
nooit zo nabij een zoon die Simson was.
Lees de Tirade Blog
Het Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verderNog niet voorbij te zijn
We waren vroeg opgestaan, Ada (8) en ik. Vandaag zou ze gaan logeren op de Parade in Utrecht. Ada’s nichtje woont daar in een pipowagen op de personeelscamping. Als Ada op bezoek gaat dan krijgen de kinderen passen met Paradekind erop en mogen ze eindeloos in de zweefmolen, onbeperkt dierenpannenkoeken, snoep van de snoepmeisjes en...
Lees verderEen levend werken
Een psycholoog bij wie ik liep vroeg eens hoeveel uur ik per week werkte. Ik had in die tijd een bedrijfje naast mijn schrijverschap, kluste ook nog bij als kok. ‘Een uur of vijfendertig,’ zei ik, en begon te vertellen waar mijn werkweek uit bestond. Toen ik klaar was met mijn opsomming vroeg ze hoeveel...
Lees verder
Blog archief