[p. 346]
De wereld is dood
netjes in rijen wachtend
op de plant
die wortels slaan zal van hier
tot aan de randen van de stof
met bladeren licht vangend
het dode licht dat bladeren tot wieken
molen van leven betekent
de ribben gespreid
als een hagedis vastgezogen
tegen verhitte steen
huid openleggend met vele huidmonden
maar het licht blijft onvangbaar
de vaten blijven leeg
steen tussen andere stenen
wachtend tot wortelweefsel van buiten af
de verbinding zal maken
harde gladheid zal aanvreten
oplossen en mengen
steen vergeten
[p. 347]
Te zwaar om te vliegen
het kind gedood omdat de liefde onzeker is
de oude weg aanhoudend, de vernederingen
opwegend tegen de geborgenheid
bang om mager en gezond te worden
bang dat de ander onze vlucht niet volgen zal
bang, ander woord voor alleenzijn
Stenen accoorden geven treden
voor een klein rhythme
de speelse voeten van Jeanne
leggen een pad
begaanbaar
temidden van baltsresten
morsig geschuifel
danst mijn verwachting
een bres makend in de wanden
van belemmering
De bossen hebben sinds lang hun geheim verloren
bomen naast elkaar, geen onnoembare dieren wandelen
geheim is niets dan een natuurlijke compositie
of de hand van een slordige tuinman
het gezicht van Jeanne houdt me gevangen
we wisselen praatvezels met weinig verbinding
maar mijn ogen verdwalen in het geheim van haar gezicht
onnoembare dieren, onbestaanbaar
verrukking van het verwachten
[p. 348]
Regelmatig bestookt door geheimtaal
werpnetten, gammastralen
raakte de geheimzinnige dame murw
zij gaf haar valluiken bloot
erkende breed
de weg van haar wensen
maar geheimzinnigheid is een honingmerk
een bloot valluik krijgt geen dier gevangen
De dag is nooit bedoeld om te leven
waarschuwing van Ikarus
padden zijn bolbloeiers
elke nacht opklimmend uit de grond
de tong een eindeloos met vleugelvolk bevruchte stamper
snel wortelschietend terugkeer
in voor de zon beveiligd graf
Nachtleven is niet ouder wordend
plantaardig wachten tot door zonverhitting
opgebloeid en snel verschrompeld
de dag weer leeg geworden is
Lees de Tirade Blog
Gipszomer
Er komt een zomer aan die goed zal zijn. Met die nietsvermoedende woorden nam ik een paar weken geleden vrij van deze columnplek. In de dagen die toen voor me lagen sliep een gloed van parkjes om in te lezen, terrassen die blonken in de avondzon en steden waar ik mijn vrienden zou bezoeken. Ik...
Lees verderEr komt een zomer aan
Er komt een zomer aan die goed zal zijn, zeg jij. De lucht wordt gladgestreken en zal boven ons hangen als een zwoele lappendeken. De stad zal slapen van de hitte en pas weer ontwaken bij de eerste regenval. Parken, er zullen parken zijn waar we onze lijven achterlaten tot iemand ons weer op komt...
Lees verderReünie
Zes jaar geleden beloofden we dat wij niet zo zouden zijn. We kenden de verhalen, hoe het anderen was vergaan, maar zo zou het bij ons niet lopen. Vrienden waren we. En dat zouden we blijven. Maar puberbeloftes verwelken en ik verloor iedereen steeds iets meer uit het oog nadat de rector diploma’s in onze...
Lees verder
Blog archief