[p. 40]
de laatste kerk op de heizee
gesloopt, de muren, de daken
de miniature armen en benen
een oude kapelvloer komt boven
daaraan nog de adem
van de Maria-gebeden
graaf door, de goden
werd wijn opgedrongen de verzoeken
deugden de helft van de tegenpartij
graaf door de tweede potsol
de steen met de bloedgoot
dat bidden was handel
nooit knielde de slachter, nooit
nam een god een beet
van het offer – overwoog hij beloning.
[p. 41]
Ik ken niets van de dood, geen hand
geen stap vlak is zijn terrein totdat
we zwemmen in water
zonder bovenkant.
Ik ken hem niet, ken hem steeds
minder steeds minder juist
vind ik zijn waarheid
en ik vecht licht.
Stel de egel voelt aan zijn stekels
en knikt voor hij zich inrolt
zo licht vecht ik,
een duif wil het.
Lees de Tirade Blog
Lief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verderDat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verder
Blog archief