Over het gehele werk

over Domenico Scarlatti


Over dit hoofdstuk/artikel

I.D. Verkuil

over Jacques de Kadt


1.
Bovendien gaf Marx er een wending aan die De Kadt later zouden verafschuwen. De hele ontwikkeling van de mens was volgens Marx zowel een proces van vooruitgang als van ?vervreemding? geweest. Doordat de mens geen meester was van zijn eigen arbeid, waren de arbeid en het produkt van de arbeid hem vreemd geworden. Daarom was de mens in wezen armer, hoe meer hij produceerde. De Kadt kon in deze vervreemdingstheorie nooit meer zien dan een wanstaltig produkt van de Hegeliaanse dialektiek, waar Marx zich in de loop van zijn leven steeds verder van bevrijd had, maar dat door de desperado’s van de jaren ’60 aangegrepen werd om hun haat tegen iedere vorm van beschaving en ontwikkeling te rechtvaardigen.
2.
Ronald Havenaar noemt De Kadt’s ontwikkeling ?een langgerekte oefening in respektloos denken?. Ronald Havenaar, ?Jacques de Kadt en de mythe in de politiek?, in: Hollands Maandblad 381-382 (1979), 13-30.
3.
Hierover bestaat meningsverschil. Een diskussie erover voerde De Kadt in Socialisme en Demokratie in 1952 met J.J. Buskes, H.J. Hofstra, dr. Fred. L. Polak, ir. mr. Th.J.A.M. van Lier, dr. ir. W. Schermerhorn en drs. J.M. den Uyl. De Kadt voerde hier volkomen terecht aan dat welvaart en, in mindere mate, vrijheid en beschaving meetbaar zijn. De Kadt’s betoog wekte verder de vraag op wat er nu nog socialistisch aan zijn denken was. De Kadt antwoordde hierop dat hij zich socialist noemde omdat de wereldomvattende progressieve beweging waarvan hij zich deel voelde, in Europa nu eenmaal in de socialistische traditie stond. De naam had voor hem echter weinig waarde; bij de progressieven in de Demokratische Partij zou hij zich even goed thuisvoelen. ?Het karakter van het huidige socialisme, een discussie?, in: Socialisme en Democratie 1953, 362-381.
4.
Hoewel deze stelling erg grof is, lijkt de konklusie dat de Duitse maatschappelijke elites een grote verantwoordelijkheid dragen voor het Hitler-regiem, mij onvermijdelijk. In de eerste plaats hebben zij in de jaren ’20, toen de volksmassa’s nog in meerderheid op demokratische partijen stemden, een antidemokratisch klimaat geschapen, door de republiek van Weimar waar mogelijk te beschimpen en tegen te werken. In de tweede plaats hebben zij Hitler in januari ’33 kanselier gemaakt en hem een parlementaire meerderheid bezorgd. En tenslotte hebben zij de industrie en het staatsapparaat, waarvan Hitler zeker in de eerste jaren van zijn diktatuur afhankelijk was, tot het einde toe in dienst van de F?hrer gesteld.
5.
Waarschijnlijk had De Kadt zich op Ter Braak verkeken. Diens afkeer van de vraag naar het ?nut? der kultuur, verschilde toch niet wezenlijk van De Kadt’s opvatting dat het ?nut? van geestelijke aktiviteiten niet direkt zichtbaar hoefde te zijn. Beiden stelden de geestelijke vrijheid tegenover de gelijkschakeling. Ter Braak was dan ook reeds in 1935 niet zo afkerig van politieke aktiviteiten als De Kadt dacht. Hij verleende in dat jaar medewerking aan het ?Anti-Fascistisch Studenten-Comit??, waarvoor hij het artikel ?Student en anti-fascisme? schreef. In 1936 richtte hij met Jan Romein, geen lid van de cpn, het ?Comit? van Waakzaamheid? op. De kommunist A.C. Oerlemans werd vervolgens inderdaad sekretaris en nam de eigenlijke organisatie op zich. Reeds in het najaar van 1936 echter, leidden beschuldigingen van het konkurrerende edd dat het Comit? een kommunistische mantelorganisatie zou zijn, tot Oerlemans’ aftreden. Dat de beschuldigingen onjuist waren, bleek uit de dominante rol die door het sdap-kamerlid mevrouw De Vries-Bruins in het Comit? gespeeld werd en uit de talrijke ruzies tussen kommunisten en niet-kommunisten, waarvan zij niet zelden het middelpunt was. Binnen het Comit? was sprake van een machtsstrijd en niet van klakkeloze akseptatie van de kommunistische parolen. Wel steunde het op de volksfront-gedachte; het beschouwde de Sovjet-Unie als bondgenoot in de strijd tegen het fascisme. Vandaar dat het non-agressiepakt van Rusland en Duitsland het einde ervan betekende. De meerderheid van de leden steunde naar aanleiding van het pakt het voorstel om het lidmaatschap van het Comit? onverenigbaar te verklaren met dat van de cpn. De niet-kommunistische romp had daarna echter ook geen reden van bestaan meer. De Kadt had gelijk voor zover hij stelde dat het Comit? steunde op illusies aangaande de Sovjet-Unie; hij had ongelijk met het Comit? een mantel organisatie te noemen.