Over het gehele werk

over Domenico Scarlatti


Over dit hoofdstuk/artikel

Robert Anker


1.
Tirade nr. 301, oktober 1985. pp. 104-114.
2.
In willekeurige volgorde. Het kwam heel vaak voor dat een speler bij wijze van spreken nummer 15 en nummer 515 speelde, een vroege en een late sonate dus. Met andere woorden, statistisch gezien heb ik alle sonates gehoord.
3.
Dit is een metafoor. ?Als Zacharias? is een niveau dat in Amsterdam soms werd benaderd, soms ge?venaard door Maarten en Marja Bon, Anne Queff?lec, Willem Brons en Youri Egorov.
4.
Waarom Maarten ‘t Hart bij elk nummer de naam ?Longo? herhaalt is me een raadsel. Net zoiets als het ?Wolfgang Amadeus? dat iedere radio-omroeper steevast aan Mozart laat voorafgaan? De nummers die ik gebruik zijn Kirkpatrick en na het schuine streepje Longo.
5.
Jawel, gebeurt in het literatuurbedrijf wel, zoals blijkt uit de vraag die iedere dichter telkens wordt gesteld: wanneer schrijf je nu eens een roman? Aan een romanschrijver vraagt men nooit het omgekeerde.
6.
Ralph Kirkpatrick. Domenico Scarlatti. Princeton 1983. p. 141.
7.
Omdat de jazz-musicus zijn eigen wetten stelt is de jazz de muziek van de vrijheid, de anarchie en worden de beoefenaars ervan niet helemaal ten onrechte beschouwd als een zooitje ongeregeld, onmaatschappelijke druggebruikers, nomaden, vrijwillige armoelijders.
8.
Kirkpatrick, p. 156.