- Beb Vuyk Huize Sonja
- Neem de indianen van Peru
- Peter Blokhuis, geb. 1938, opleiding academie van beeldende kunsten in Den Haag.
- Lodewijk Henri Wiener Mijne heren
- J. de Kadt Fascisme en ideologie
- Chr. J. van Geel Zes gedichten
- W.A. Wilmink Pedagogische herinneringen
- A. Koolhaas Bert Haanstra
- Judith Herzberg / Drie gedichten
- J.H.W. Veenstra Pleegvader Vestdijk
- A. Roland Holst Zeven tijdingen
- Pierre H. Dubois Het laatste essay van Marcellus Emants
- Marcellus Emants Woorden
- Ronald Spoor Lees maar, er staat wel degelijk wat er staat
[p. 745]
Mijn vader zong de liedjes
die zijn moeder vroeger zong
later voor mij, die ze half verstond.
Ik zing dezelfde woorden weer
heimwee fladdert in mijn keel
heimwee naar wat ik heb.
Zing voor mijn kinderen
wat ik zelf niet versta
zodat zij later, later?
Voor de rozen verwelkt zijn
drinken wij al het bloemenwater.
Verdrietige intieme taal
het spijt me dat je in dit hoofd
verschrompelde.
Het heeft je niet meer nodig
maar het mist je wel.
[p. 746]
De eigenliefde, of het gebrek daaraan,
of het vermeend gebrek daaraan,
verwringt contouren, zodat
wat ik aan eerlijks tracht te zeggen
trilt als de lucht boven de kachel,
gespannen en doorzichtig.
Het woordje waarheid
schaterend in de kamer.
[p. 747]
De bruid strompelt de kerk uit op te hoge hakken
en lacht haar schrijnend lachje vanonder topzwaar
kapsel
en laat zich kussen door de ooms, en blijft
tussen de graven staan, en kijkt haar kleine nieuwe
man nu aan.
Begonia’s barsten in bloei, klimop begroeit
de middeleeuwse gevel, alles terwille van de fotograaf.
De dominee kan gaan. Nu kan hij ons
het oude altaarstuk verklaren.
De man die Jezus slaat moet blijven dwalen
hij is het joodse volk, de eeuwig wandelende jood,
het laatst werd hij gezien zegt de legende, in Bremen,
1510.
Ik slik en vraag hem in dit warm en drukkend
Duitsland
Waarom zijn kerk de helden van de eerste oorlog wèl
die van de tweede niet met een plaquette eert?
Zijn antwoord geldt hem, mij, god, de fotograaf, de
doden;
het valt ons allemaal niet makkelijk meer
ons met onszelf te vereenzelvigen, en door te leven.
Lees de Tirade Blog
Veertien jaar
Lieve Gijs, Na je overlijden in 2011 schreef ik elk jaar een stukje over je op de website van literair tijdschrift Tirade. Ik nummerde die stukjes; je was één jaar dood, toen twee, toen drie en dat ging zo door tot tien. Als laatste schreef ik: Op een ijzige februarinacht tien jaar geleden raakte je...
Lees verderVooruitkijken / De dood
Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
Lees verderHet Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verder
Blog archief