[p. 75]
Kees van Domselaar
21 Augustus 1968
Op een zomeravond een wandeling, vader
door oude vertrouwde bosrijke lanen
op zoek naar je huidige adres, zijdelings
het oog nog op sprookjes
maar toch ook al weer
een goed eind op weg.
Op een zomeravond een wandeling, vader
je naam bestaat nog en je dood
heeft het toeval vermengd met de ondraaglijke
lichtheid van Praag, hoor mij eens
gesmoord in je fietstas, zo één
waarmee je kwam en verdween.
Op een zomeravond een wandeling, vader
naar het huis van mijn jeugd is gesloopt
voor een weg naar je graf, ik ga terug
de avond maakt laf, de vijver ligt droog
aanwezig en beleefd groet ik de dag.
[p. 76]
Los
Neem een blocnote en geschiedenis wordt klad
o wij, die nog werden geboren uit een buik
heilgymnastiek, ogen gesloten, slapende wonden,
welaan, het water breekt, het gedicht, maar
één beekdal meer dan de wereld is er niet
later zeg je dat het regent als het regent
je wilt het wel maar weet het eigenlijk niet
want wat verborgen was, raakt dagelijks los
van wat je dacht, van wie je bent
van wat het is en je bedenkt
een verloren samenhang
een lek vat vol betekenis:
het huis, het dak, de rommelzolder
de zee, het water, het glas
mijn liefste
ik ben gemaakt van slingerwegen
regent het, het regent
los.