[p. 59]
Jan Baeke
Auto da fé
De ober neemt het zout weg
met een schone doek
Zijn hart hangt op
Het telefoongesprek komt
in de soep terug, wat vaker
op de avond
Zoiets geeft de ober accent
Met een doek die de schouder breekt
tussen de tafels staan
In de ruit zijn gezicht dichtgegooid
en het houvast verloren
Zij heeft haar lippen verhangen
Zijn armen verlaten gemaakt
Wat hard aankomt
en vertrekt
De jaren die hij achterlaat
bij het ontbijt, de lunch, het avondmaal
staat tussen alle klanten haar gestalte
Nog steeds als alle tafels leeg
en onverlicht
weer zijn vergeten
[p. 60]
Penelope
(…and yes I said yes I will Yes.)
Zo nu en dan passeert ze haar
toekomstige verovering
in al zijn vroegere gedaantes.
Ze lost bij die gelegenheid
haar onbehagen op in die betovering.
Beduimeld
ligt zij open in haar boeken, tussen helden
van papier. Haar lading
graast in vreemde hoeken.
Nabijgelegen mannen doen hieraan geen goed.
Zij spelen om haar tederheid
terwijl zij haar instinkt
van alle majesteit ontdoet.
Op een spoor van duizend zinnen komt
het zonlicht in haar bekken aan.
Twee zeeën verderop ziet zij haar wedervaren
staan
onder een stortvloed van rivalen.
Als ze hem weet aan te halen
is zijn naam reeds lang vergeten.
Dat een man als hij
van deze aftocht niets wil weten
is in geen enkel gezegde bewaard.