[p. 130]
Kira Wuck
Gedichten
Familie
Hierna drink ik niet meer doordeweeks zei ik
want toen ik mijn opa weer zag herkende ik hem eerst niet.
Vroeg aan willekeurige oude mannen
of ze mijn opa waren, onderaan roltrappen.
Eentje antwoordde dat het hem speet
dat hij niemands opa was.
Toen ik hem vond liepen we door de stad
wou dat iedereen zag dat ik een opa had
Hij marcheerde door de straat met een rechte rug
de oorlog zit nog ergens in zijn ledematen.
Ik dacht aan de man die tussen ons in was gestorven
hoe hij zijn tijd korter had zien worden op een schaakklok
en aan mijn opa, die hem als straf sambal had gevoerd
De brief die mijn vader schreef en nooit had verzonden
[p. 131]
Gevonden voorwerpen
Sleutelbossen met toegang tot vakantieverblijven, auto’s, wijnkelders en villa’s.
Iemand heeft ze nodig of laat ze roesten omdat hij zich liever wilde uitkleden en de
zee in wou gaan. Zijn kleding had hij midden in de nacht op marktplaats gezet.
De volgende dag miste niemand hem behalve de hond. Die bleef wachten op een
woord, liggend op een mat. De vrouw bracht de hond naar de afdeling gevonden
voorwerpen.
Ik hoef geen persoonlijk contact zei ze bij de balie, en als iemand voor mij belt zegt u
dat ik ben verloren. De hond trok zwijgzaam zijn wenkbrauwen op.
Oude mannen houden de wacht. Ze roken een pijp. Wat niemand komt halen mogen
ze houden.
[p. 132]
Wasdagen
Soms gebeurt het als je brak naar de wasmachine kijkt in de wasserette
ziet hoe de machines zich voor je uitsloven
geuren uit kleding verdrijven en schone dagen beloven
er iemand een deuntje fluit en even naar jou kijkt
en voordat je het weet in een flamencobar belandt
elkaar wanhopig aanstaart
vraagt of het morgen mooi weer wordt en waar de was gebleven is.
Als we uiteengaan, zeg je dat je de was niet meer op zaterdag doet
dat we voortaan de wasdagen zullen verdelen.
[p. 133]
finse meisjes zeggen zelden gedag
maar ze zijn niet verlegen of arrogant.
Je hebt alleen een beitel nodig om dichtbij te komen.
Ze bestellen alleen bier voor zichzelf
reizen de hele wereld af
terwijl hun mannen thuis wachten.
Overwinteren doen ze op een bank onder de sneeuw.
Als het lente wordt laten ze zich vollopen
om de dikke laag beschaving van hun huid te krabben.
Hangen rond in bushokjes
en soms naakt in een meer.
In de nachtbus zetten ze hun tanden in de rubberen stoelleuning
als ze niet in slaap gevallen zijn.