Over dit hoofdstuk/artikel

Pierre H. Dubois

over Belle van Zuylen


*
Tekst van een voordracht uitgesproken op de jaarlijkse bijeenkomst van het Genootschap Belle van Zuylen-Isabelle de Charri?re, op 22 oktober 1983 op Slot Zuylen te Maarssen.
1.
Les manages manqu?s de Belle de Tuyll. Lettres de Constant d’Hermenches. Publi?es par la Baronne Constant de Rebecque en collaboration avec Madame Dorette Berthoud, Librairie Payot, Lausanne, 1940.
2.
Jean-Jacques Rousseau/Isabelle de Charri?re, Julie ou la Nouvelle H?loise/Lettres ?crites de Lausanne, pr?sentation de Jean Starobinski, Editions Rencontre, Lausanne 1970.
3.
Unamuno haalt deze uitspraak van de S?nancour uit diens Obermann, brief xc, aan in (de Franse vertaling van) Le sentiment tragique de la vie, hoofdstuk iii, ?La soif d’immortalit??, pag. 32.
4.
Een samenvatting van de voordracht van Patrice Thompson, ?Education et soci?t? dans Henriette et Richard?, vindt men in de Lettre de Zuylen, no.3, september 1978, blz. 3-5.
5.
Philippe Godet haalt in Madame de Charri?re et ses amis, ii, p.144, een brief aan van Mme de Sta?l aan Mme de Charri?re, die hij onder voorbehoud op ?fin octobre 1793? dateert en die hij ontleent aan Gaullieur. Daarin staat, n.a.v. Caliste: ?Je crois que vos ouvrages se varient encore ? la dixi?me lecture?. Godet spreekt in een noot zijn vermoeden uit dat Gaullieur die brief heeft samengesteld uit passages van brieven van verschillende data. Die vrees is gegrond, en meer dan dat: een deel van de aangehaalde brief komt in geen enkele brief van Mme de Sta?l aan Isabelle voor, terwijl de zinsnede in kwestie door hem gehaald en getransformeerd is uit een zin in een brief van 31 december 1793, waar zij aan Isabelle schrijft: ?mon Dieu que je voudrois n’avoir pas lu caliste dix fois j’aurois devant moi une heure sure de suspensions de toutes mes peines?.