Gisterenavond was ik te gast op de premiere van de NTR-documentaire Disco. In een volle bioscoopzaal gaf regisseur Arjan Vlakveld een korte inleiding op zijn film, die hij afsloot door te zeggen: ‘Na de voorstelling hecht ik geen waarde aan kritiek. Ik wil alleen maar complimenten horen.’
Het licht ging uit, en in de bijna twee uur die volgden leerde ik veel over een muziekstroming die me altijd meer een grap geleken had. Aangezien Disco volgende week* op tv wordt uitgezonden, zal ik er hier weinig over verklappen.
Het belangrijkste wat ik van gisteren heb meegenomen is niet een verbrede perceptie van de sociale impact van een muziekstroming, maar eerder hoe om te gaan met de reacties die je werk oproept. Natuurlijk is het grappig om te zeggen dat je geen kritiek wilt horen, maar het is ook een heel verstandige aanpak.
De laatste dagen ben ik in bange afwachting van de eerste bespreking van mijn nieuwe boek. Niet zozeer bang door een gebrek aan vertrouwen in mijn werk, maar eerder vanwege het effect dat kritiek op me kan hebben.
Bij een groot compliment over het einde van een verhaal vraag ik me meteen af wat er mis is met het begin. Laatst herlas ik een bespreking van mijn eerste boek, en ontdekte dat alleen de kritiek bij me was blijven hangen. Als geheel bleek het een mooi positief stuk.
Het ergste wat je na een recensie kan overkomen is dat je in drie slapeloze nachten tot de conclusie komt dat die recensent nooit zou zijn gevallen over een terugkerend thema of herhalende vertelvorm als je dat ene hoofdstuk maar had weggelaten. Het is als wensen dat je nooit met die geleende Mercedes dat te smalle straatje in gereden was: zinloos, en niets dan zelfkwelling.
Dank je wel vriend Arjan Vlakveld. Een lichtend voorbeeld, ben je.
*zaterdag 9 november om 21:25 op Ned 3