Als de zon schijnt (2)

In de nalatenschap van Paul Rodenko werden maar weinig ongepubliceerde gedichten aangetroffen. Uit twee titelloze gedichten uit de periode 1945-1950 – hij maakte toen volgens mij zijn beste gedichten –  blijkt wederom zijn fascinatie voor de zon. Voor de liefhebber publiceer ik ze hier voor het eerst. Het eerste gedicht past in een serie korte gedichten die Rodenko in deze jaren maakte. Het tweede was voor Rodenko nog niet definitief. Hij twijfelde tussen ‘de zon ligt’ en  ‘de zon hurkt’ Ik denk dat hij uiteindelijk vanwege het vervreemdende effect voor de laatste variant zou hebben gekozen.   


Weten van zon en roze rivieren

kijken naar kinderen bijtend in ’t glas van de wind

lopen langs paarden en witte gordijnen

en zich een dag van gitaren herinneren


—— 


de zon ligt/hurkt nachtelings in de koopren ketel van je ogen

het blauw van je handen is in duizend safes geborgen

en duizend blinde ambtenarenlopen tastend langs

de gouden rozen van je naaktheid


o het ritselen van je opperhuid en kevers hagedissen snelle

gouden naalden van geluid


wie kent de nachtelingse wiekslag van je ogen

de forellen van je polsen

je stem minoïsch blauw

en je borsten heet als de Bijbel


je glimlach smalgehoefd

breekt schuchter door het schemerhout

Paul Rodenko



Paul Rodenko

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *