Een boek schrijven

Nadim is vier. Vanochtend riep hij me bij zich met de stem die hij reserveert voor gewichtige mededelingen. Ik trof hem op de keukenvloer, met aan zijn knieën het letterbord dat hij van zijn oma gekregen heeft.

‘Papa,’ zei hij. ‘Ik schrijf een boek.’

Ik keek over zijn schouder en las mee: Nabim en mama en papa Gls e Ootis ij Joroos. Joris is de poes, Otis onze hond.

‘Dat is knap, man,’ zei ik. ‘Dat heb je mooi geschreven.’

Hij keek omhoog. Nu was zijn gezichtje ondersteboven. De mond bovenaan glimlachte, maar zijn blauwe ogen liepen over van ernst. ‘Ja. En ik ben héél hard aan het werk.’

De laatste tijd gebeurt het te vaak dat hij me een spiegel voorhoudt. Wanneer hij boos is zegt hij: ‘Ik wil er niets meer over horen’ of ‘Hierop zit ik echt niet te wachten. Ik moet nog duizend dingen doen.’

Gisterenavond, toen ik hem naar bed bracht, somde hij op wat hij die dag allemaal had gedaan. Daarna zei hij: ‘Ik heb het ook zó druk gehad.’

Misschien komt er nog een dag waarop ik inzie dat er dingen mis kunnen gaan in de opvoeding van een kind die buiten je macht als ouder liggen, maar vooralsnog ben ik er van overtuigd dat wat zijn moeder en ik aanbieden alles is. Dat zijn hele wereld bestaat uit wat wij hem bewust of onbewust laten zien.

Iemand opvoeden is voortdurend falen. Het is spijt hebben terwijl je geniet en boos worden op degene waarvan je het meest houdt; het is één grote onontwarbare emotionele teringbende, en net als je denkt dat alles goed gaat, merk je hoeveel hij stiekem van je over aan het nemen is.

Trekjes die ik hoopte te verbergen. Die geaffecteerde opgetrokken wenkbrauw. De manier waarop ik bezwaren wegwuif, niet luister. De arrogantie die ik altijd heb ontkend. De stukken zelf waar ik het minst van houd.

En ik wil zeggen: laat die dingen. Neem alleen het goede van me over, dat er vast ook ergens is. Neem de dingen die je verder helpen, waarmee je vrienden, warmte, liefde maakt voor later, als ik er niet meer ben.

Vergeef me alsjeblieft mijn ongeduld. Mijn vreselijke stomme haast.

En wat je ook doet, liefste jongen: schrijf dat boek. Schrijf het precies zoals je het wilt hebben, zoals het zich aandient. Werk eraan tot elk woord waar is en alleen van jou had kunnen komen.

_________________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Dit najaar komt zijn roman Het jasje van Luis Martín uit.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.