Een grappenmaker in een plankenfabriek

Ik werkte in een plankenfabriek. Er stonden enorme zaagmachines die volledig beveiligd waren, maar erg veel lawaai maakten zodat iedereen in de loods oorbeschermers moest dragen, je niet met elkaar kon praten en je nooit naar de radio kon luisteren tijdens het werk.

Dat werk bestond uit het verslepen van hout naar de zaagmachines en het er dan in stoppen. Er stond een oude Turk die al ruim dertig jaar op dezelfde plek achter een zaagmachine stond en het enige dat die man deed was planken van een halve meter in een opening schuiven, waarna ze gezaagd werden.

Ook was er een man die in de pauzes doorlopend flauwe grappen maakte. Dan zei hij tegen iemand: Er zit een spin op je kop. Of hij gebaarde dat er telefoon voor je was in het kantoor en dat was dan niet zo. Hij goot water in je schoenen, in de kleedkamer. Hij stopte houtkrullen in overalls die klaar hingen.

Op een dag hoorden we hem roepen. Hij riep: Help help, ik zit vast.

Het was net pauze, de machines waren uit gezet. We lieten hem roepen. We liepen naar de kleedkamer en toen we die door waren liepen we naar de kantine waar koffie wachtte. We rookten sigaretten en dronken koffie en een man deed hem nog na: Help help, ik zit vast.

Toen we terugkwamen in de loods vond een jongen de grappenmaker. Hij zat met zijn been in een zaagmachine. Hoe hij het voor elkaar gekregen had weet ik niet, maar ik denk dat hij een plank die vast zat een zetje had willen geven met zijn schoen en dat hij de beveiliging daarom uitgeschakeld had en dat hij toen gegrepen is. Zijn been zat er tot voorbij zijn knie in en toen pas sloeg de machine af en zat hij zelf vast.

Jan van Mersbergen


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *