Afgelopen weekend las ik Jeroen Brouwers’ opnieuw uitgegeven monografie over Godfried Bomans. Brouwers’ hoofdgedachte van dat boek is dat Bomans nooit een écht grote schrijver werd, vanwege zijn angst voor – zoals Bomans zelf ergens schreef – ‘exhibitionisme van mijn diepere gevoelens’.
Zo populair als Bomans bij zijn leven was, zo compleet vergeten was hij tot voor kort. De CPNB wilde daar verandering in brengen en maakte zijn klassieker Erik of het klein insectenboek het Nederland Leest-boek van 2013. Het is wonderlijk dat een boek dat decennialang gigantisch populair was, tegenwoordig nauwelijks nog waardering krijgt. ‘De diepe laag in het boek is doorgaans niet dieper dan de vage spreuken in de Happinez-kalender die bij mijn moeder op het toilet hangt,’ schreef Toine Donk in De Volkskrant. En Daniël van der Meer ‘vond het werkelijk niet om door te komen zo belegen’. Daan Stoffelsen schreef op Recensieweb: ‘Bomans’ taal heeft de tand des tijds niet doorstaan.’
Brouwers’ boek verscheen voor het eerst in 1981, als bijlage bij Vrij Nederland. Toen wist nog nagenoeg heel Nederland wie Godfried Bomans was en werden zijn boeken nog altijd gelezen. Bomans is een voorbeeld van hoe snel een oeuvre kan verstoffen en in de vergetelheid belanden.
Bomans werd belemmerd door angst voor exhibitionisme van zijn diepere gevoelens – een echo daarvan kwam ik tegen in de documentaire Jan Mesdag zingt Brel, van Emma Westermann. Mesdag was een zanger en kleinkunstenaar die op zijn vierendertigste stierf aan aids. Vlak voor zijn dood maakte hij een album met Brel-vertolkingen. Hoogtepunt van de documentaire is wanneer je hem ‘Verlaat me niet’ hoort zingen, terwijl je beelden ziet uit Een fotograaf filmt Amsterdam van Ed van der Elsken.
Mesdag (1953–1988) heette eigenlijk Jan Henry de Vey Mestdagh. Aan Hans Vogel van Het Parool vertelde hij vlak voor zijn dood: ‘Brel is altijd honderd procent trouw gebleven aan zichzelf. In elk woord dat hij heeft geschreven en gezongen. Ikzelf heb dat heel vaak niet gedaan. Daardoor ben ik nooit boven een bepaalde middelmaat uitgegroeid. Het is vreselijk om 34 jaar lang met veel meer diepgang in je lijf te worstelen en dat nooit vorm te kunnen geven.’
Door dit citaat moest ik aan Bomans denken, die – en dan baseer ik me op het boek van Brouwers – ook niet honderd procent trouw bleef aan zichzelf. Hij bleef ‘stukjes’ maken en op televisie verschijnen. Mesdag en Bomans slaagden er allebei niet in om hun ‘diepere gevoelens’ vorm te geven. Bomans omdat hij niet durfde. Misschien was het Mesdag wel gelukt als hij niet zo jong was overleden.
Lees de Tirade Blog
Het Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verderNog niet voorbij te zijn
We waren vroeg opgestaan, Ada (8) en ik. Vandaag zou ze gaan logeren op de Parade in Utrecht. Ada’s nichtje woont daar in een pipowagen op de personeelscamping. Als Ada op bezoek gaat dan krijgen de kinderen passen met Paradekind erop en mogen ze eindeloos in de zweefmolen, onbeperkt dierenpannenkoeken, snoep van de snoepmeisjes en...
Lees verderEen levend werken
Een psycholoog bij wie ik liep vroeg eens hoeveel uur ik per week werkte. Ik had in die tijd een bedrijfje naast mijn schrijverschap, kluste ook nog bij als kok. ‘Een uur of vijfendertig,’ zei ik, en begon te vertellen waar mijn werkweek uit bestond. Toen ik klaar was met mijn opsomming vroeg ze hoeveel...
Lees verder
Blog archief