Ziek

fullsizeoutput_216Natuurlijk neemt B wel eens zorgverlof als een van de kinderen koorts heeft, maar omdat zij in haar werk echte mensen behandelt en ik alleen met personages te maken heb is de keuze overzichtelijk.

Als thuiswerkende ouder ben je altijd de lul, en ik ben geen geduldige vader gebleken, niet het soort dat urenlang kan Legoën. Dat is me tegengevallen van mezelf.

Mijn eigen vader was veel weg toen ik zo oud was als Nadim, maar ik herinner me de verhalen die we samen schreven over onze kat; dat hij me voorlas en spelletjes met me deed tot ík – niet hij – er genoeg van kreeg.

In mijn verdediging: het waren andere tijden. Als ik maar vijf uur per week met mijn zoon zou hebben, zou ik dan wél een hele middag kunnen bomenklimmen? In 1979 werd mijn vader ook niet uit ons spel gehaald door mails uit Italië, whatsappberichten of reacties op zijn Facebookposts.

Nadim heeft vakantie en vandaag had onze dag samen moeten worden, maar om half zeven vanochtend stond hij knikkebollend aan de voet van ons bed.

‘Papa ik heb overal pijn.’

‘Waar dan precies, man?’

Een snik. ‘Ik zeg toch: overál!’

Ik keek naar B, die naar mij keek. Ze maakte een streep van haar mond en haalde een schouder op.

‘Kut,’ zei ik, en trok de gloeiendhete jongen naar me toe.

Het sneeuwde. Ik had met hem naar Artis gewild, samen saoto eten, zijn handjes onder de mijne op het stuur van mijn fiets, zijn heldere stem vlakbij mijn oor.

Terwijl Ada, B en ik ontbeten keek Nadim een filmpje op de bank. Ik bracht Ada naar de crèche, sneed een appel in partjes en schonk thee voor mijn jongen in. Omdat we niet naar buiten zouden kunnen besloot ik aan het werk te gaan. Vanachter mijn bureau keek ik af en toe naar hem: zijn bleke smoeltje, zijn geruite pyjama, de deken opgetrokken tot vlak onder zijn moeders I-pad.

Ik vroeg me af wat mijn vader met me gedaan zou hebben als hij een hele dag moest zitten wachten tot ik beter werd. Ik overwoog hem te bellen en het te vragen, maar deed het niet.

Ik dacht aan alle dingen die we nu nog kunnen vragen maar nooit vragen, en waarom we dat niet doen.

____________________________________________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.