Zoef…

Is er een woord voor de gelijkertijd eenzame en machtige ervaring van rijden door de nacht? De zeldzame momenten dat je geheel wakker bent, en het bijna overal donker is. Malthus komt je voor het geestesoog, steeds vaker. Wat was er ook weer zo verfoeilijk aan het 18e/19e-eeuwse idee dat de mens zich gewoon te snel voortplant, woekert. Het afgrijselijk veelzeggende woord ‘anthropoceen’: de periode van de mensen waarin wij leven: overal mensen, steeds meer mensen. En als je van dieren en natuur houdt voel je je langzaam weggedrukt in de marge, zoals ook de dieren dat moeten voelen.

Intussen de blik over een donkere dashboard op de lege weg. ‘Bijna iedereen vindt zichzelf een goed chauffeur. Ik niet. Ik ben ongeschikt en afwezig en mijn reflexen zijn langzaam. Zelfs onder de beste omstandigheden heb ik bij elke rit het gevoel me met iets waaghalzerigs in te laten. Daarom is het ook niet verbazingwekkend dat me op de smalle Serpentinestraat paniek overvalt.’ Zo vertaal ik Daniel Kehlmann’s fragment uit Du hättest gehen sollen maar even.

Ik deel die angst niet, heb overigens ook niet het gevoel dat ik een bovengemiddelde chauffeur ben. Het is vooral de eenzaamheid die trekt. Het zoeven langs land en bos, de intense behoefte aan iets anders dan mensen. ‘Without apology for the abrupt change of field and atmospere – after what I have put in the preceeding fifty or sixty pages – temporary episodes, thank heaven! – I restore my book to the bracing and buoyant  equilibrium of concrete outdoor Nature, the only permanant reliance for sanity of book or human life.’

Ik druk na deze geheimgehouden grootheid het gaspedaal nog eens dieper in, in de mensloze nacht en zoef

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.