kom,
wat we moeten doen lieve is alle apparaten uitzetten
we zetten de apparaten uit en we doen de deur dicht
de deur naar de straat gaat dicht en het grote raam gaat op een kier
jij stookt de kamer warm jij humt dat liedje dat je graag humt
en ik ga in de keuken iets te eten maken
met dat eten gaan we op het bed zitten lieve
we slaan de grote lappensprei om onze benen
we nemen de warme kommen in onze handen
en dan moet jij weer van het bed om uit de kleine koelkast
een fles wijn te pakken die nog over is van het feest van de eeuw
en we openen de wijn en schenken de waterglazen vol
en we kijken naar elkaar en we kijken naar onze huid
die zacht is die uiteen kan rijten
als mannen uiteenspatten op de pleinen van de stad
mannen die genoeg hebben gehad
van de ruimte die hun toebedeeld werd op aarde
en van onze huid kijken we op naar het raam
in ons glas geen gebarsten sterren
in ons luchtruim geen gevechtsvliegtuigen
we kijken naar de perenboom onze armen raken elkaar
we voelen onze lichamen hoe ze ruimte innemen
onverzettelijk en kwetsbaar hoe ze
onverzettelijk en kwetsbaar zijn
Hannah van Wieringen (1982) schrijft, vertaalt en bewerkt toneel, proza en poëzie. Met haar roman De kermis van Gravezuid (2012) won ze de Academica Debuutprijs; haar dichtbundel hier kijken we naar (2014) werd genomineerd voor de C.Budingh’-prijs en bekroond met de Debuutprijs Het Liegend Konijn. Haar nieuwe boek, Prijs de dag voordat de avond valt, verschijnt begin volgend jaar.
Lees de Tirade Blog
Het Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verderNog niet voorbij te zijn
We waren vroeg opgestaan, Ada (8) en ik. Vandaag zou ze gaan logeren op de Parade in Utrecht. Ada’s nichtje woont daar in een pipowagen op de personeelscamping. Als Ada op bezoek gaat dan krijgen de kinderen passen met Paradekind erop en mogen ze eindeloos in de zweefmolen, onbeperkt dierenpannenkoeken, snoep van de snoepmeisjes en...
Lees verderEen levend werken
Een psycholoog bij wie ik liep vroeg eens hoeveel uur ik per week werkte. Ik had in die tijd een bedrijfje naast mijn schrijverschap, kluste ook nog bij als kok. ‘Een uur of vijfendertig,’ zei ik, en begon te vertellen waar mijn werkweek uit bestond. Toen ik klaar was met mijn opsomming vroeg ze hoeveel...
Lees verder
Blog archief