[p. 355]
Iets onbegrijpelijks zit in de weg. Ik denk
aan Perzië. Een labyrint vol spiegels.
De eerste rimpeltjes waaraan je ziet dat ook jij
kunt verouderen. Maar daarom heb ik je zo lief.
Jij kunt mij breken. Ik kan jou verscheuren.
Die ene stap in een onmetelijke ruimte.
[p. 356]
Een hoge boom. De blaadjes nauwgezet
gerangschikt. Elk blad is afgestemd
op ieder ander trillend blad. Een sidderend geheel
van stemmen in een wijdvertakte keel.
Maar nu is het windstil en aan de uitgestorven
lucht zwijgt zelfs de maan. Noodweer. Een radeloze rust.
[p. 357]
De dageraad een tedere eksplosie.
Van je ontwaakte lippen
vallen de eerste woorden.
Ik luister naar de verte.
Dit alles zou de toekomst kunnen zijn,
dit staag veranderende, vluchtige
en een en al vergankelijke.
De bruine heuvels dansen.
Het dodelijke van een dag
die aanbreekt en de nacht
schijnbaar heeft overwonnen.
‘t Lichtvaardige van alle overmacht.
Lees de Tirade Blog
Het bleek familie
Op sociëteit Minerva in Leiden zit bij de centrale trap een plaquette in de muur. Het opschrift luidt: Ter nagedachtenis aan leden van het Leidsch Studenten Corps die door de oorlog het leven lieten. Er staan een kleine dertig namen onder. Toen ik nog lid was van Sempre Crescendo (de open muzikale subvereniging van Minerva)...
Lees verderHet geluk
Miel bestiert een charmante delicatessenwinkel die zo in een oud, Frans dorpje had kunnen staan. Zo’n dorpje waar de tijd zelfs uit vertrokken is, de straten altijd leeggelopen zijn, alle dagen traag, hitsig en doorrookt voorbijkruipen en iedere mannelijke inwoner hopeloos verliefd is op de blonde bardame die haar jonge borsten op de toog drapeert...
Lees verderLief
Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
Lees verder
Blog archief