[p. 548]
Het doel bleef voor het oog verborgen.
De route die zich iedere afslag aanbood
werd gemist.
Tenslotte – dagen gingen heen –
werd wat eerst blauw was langzaam grijs
en vervaagden de contouren
waar men stad en land in wist.
Het gezelschap gaf zich over aan de reis.
Het kwam niet aan, ging niet terug.
Bestemming en verloop van tijd
verlieten het gebied, de plaats.
De reis verdween en werd de staat
waarin ze zich bevonden.
Daar zijn ze nog, je kan ze zien
als je dezelfde kant opgaat.
[p. 549]
Een man bedenkt Venetië en wetten
vol met fouten (poëzie dus).
Een man die desgevraagd beweren zal:
Een woord komt altijd op gedachten.
Het gaat er om dat het er is
waarmee men rekening kan houden.
Venetië? Mooi woord! Nietwaar?
Zo moet het zijn. Een woord
dat de bedoeling is
en aan een ander woord doet denken.
Een stad in haar idee bestorven
een innemende gedachte
Venetiaans, poëtisch, mogelijk.
Mooi ook zijn de vele vertellingen
die hij nimmer zal bedenken.
[p. 550]
Je neemt je intrek in een leeggespeld hotel.
Vanuit het raam zie je een stad
naar de gelegenheid geschilderd
straatgeluiden, glasgerinkel
neonlicht dat codes in je kussen brandt.
Je zoekt de kale muren af naar het verband
tussen je haastige vertrek
– om te ontlopen wat nooit elders is maar altijd hier –
en wat de nacht gezelschap houdt
in de spelonken van de stad.
Je zet je polsslag op een kier
en neemt een bad, lost op in deze plek.
De nacht ronselt nieuwe vergissingen, verdwijnt
verzadigd, alle sporen wissend
naar een ander continent.
Beneden droomt de nachtportier.
Je luistert of de stilte die je begeleidt
zijn stem herkent.
Lees de Tirade Blog
De oude leugen: Dulce et decorum est pro patria mori
Een paar weken geleden ben ik begonnen gedichten uit mijn hoofd te leren. Een directe aanleiding was er niet, maar het leek me leuk om – wanneer de gelegenheid zich voordoet – een gedicht te kunnen declameren, zoals ik vroeger altijd wel wat kon pingelen als er ergens een piano stond (tegenwoordig ken ik helaas...
Lees verderDE MENS ALS BIOPIC 7 Govert Flinck vs Rembrandt
De schilder Govert Teunisz Flinck is opgenomen in het Amsterdamse Pesthuis en zegt: ‘Mijn hele leven heb ik gewacht tot al mijn critici aan de pest, cholera, of tyfus gestorven zijn. Wachten tot iedereen verdwenen en vergeten is, behalve ik. Ja, ik heb rottige gedachten gehad, mijn hele leven. En nu? Eén ding hamert, hámert...
Lees verderGlittertand
Voorheen vervloekte ik de studiedagen van mijn dochters basisschool. Dat kwam deels doordat ik ze niet (als een georganiseerde ouder) aan het begin van elk jaar in mijn agenda zette. Gênant vaak heb ik balend voor die poort gestaan, opkijkend naar donkere lokalen. Sinds dit jaar staan alle studiedagen in mijn agenda en mijn hekel...
Lees verder
Blog archief