Over dit hoofdstuk/artikel

over De avonden


Bert Samsom


1.
M.H. Schenkeveld stelde dit aspect in 1970 aan de orde in ?Frits en zijn vrienden. Iets over de symbolen in De Avonden?; in Raam 64 (1970), p. 41-46.
1.
M.H. Schenkeveld stelde dit aspect in 1970 aan de orde in ?Frits en zijn vrienden. Iets over de symbolen in De Avonden?; in Raam 64 (1970), p. 41-46.
2.
H. van den Bergh, ?Humor als noodsprong?; in Beekman en Meijer, Kort Revier, p. 33.
3.
Geciteerd in Kort Revier, p. 15.
4.
Deze passage interpreteer ik dus anders dan Kummer en Verhaar, die de ontroering van Frits bij deze sc?ne (hij krijgt overigens nog geen tranen in zijn ogen!) opvatten als teken van zijn terugverlangen naar de voorgoed verloren jeugd. Zo gelukkig is die kindertijd van Frits niet geweest!
(E. Kummer en H. Verhaar, Synthese-deeltje over De Avonden, p. 63).
5.
H.A. Gomperts, ?Gerard (van het) Reve: realist, symbolist, humorist?; in Tirade 20 (1976), p. 319.