[p. 242]
Cees Sanders
Gedichten
voor Herman Verhaar
Herfst
Als in een eenzaam sprookje staan
de bomen over het huis te waken
niet voor eeuwigheid gebouwd
schilfert verf van zijn huid
een huis in zijn herfst
van de man en de vrouw
die gearmd als voor een foto
wachter zijn in
een bij voorbaat vergaan
koninkrijk als erfenis
eigenaars van de herfst.
[p. 243]
Veel zal geschreven staan
in haar handen dood van haar geest
maar wie kan de schemer
van haar verleden lezen
als is het hier steeds gisteren
bedekt de adem van oude woorden
de ziel van oude dingen
en haar handen vergeeld
in de kom van haar schoot
geven haar schrift niet prijs
verstild is de foto van zoveel tijd.
Niet van hoffelijkheid
bestaan ze, de bomen,
maar van wind en ouderdom
kruipen ze tegen de wolken aan
zonder illusie en
vooral zeer vermoeid
bot er geen adeldom
krom en ziek van de tijd
die uitloopt in een dood
van verwaaide takken
en wortels ademloos.