- Toine Moerbeek De geile noot of de ‘genade’ van Louis Andriessen (Het zevende visioen van Hadewych)
- Marieke Jonkman Ontbloeid kiezeltje
- Jaap Goedegebuure Jakobsladders (Over de duivelskunsten van Frans Kellendonk)
- Willem G. van Maanen De bontjas
- Wim Brands
- Jan Baeke
- Guus Middag Ratelen op de Hembrug
- George Moormann
[p. 428]
Ornitotteri
Hij lijkt op een telg uit een geniaal geslacht
al zijn zijn trekken niet bekend.
Was hij een reus, hij kon een dwerg zijn.
Hij wandelt door de straten
gezond, jong, onbemiddeld
met gewone passen.
Plaat 1 en 2 uit de atlas van zijn lichaam.
Haar lichaam vult het atelier.
De afmetingen van zijn atelier
zijn onderhevig
aan het temperament van de machines.
Ook haar lippen zijn gekleurd
zoals de meester heeft beschreven.
Hij oefent zijn handtekening
opdat de eeuwen zijn listen kunnen herkennen.
Als de rivier het daglicht wegneemt
laat hij de warmte uit zijn atelier.
De vlam van een kaars, een zinssnede.
Zijn geliefde, die haar triptiek verlaat
en wegvliegt, door het geopende raam.
[p. 429]
De oude meesters
Het gouden geraamte van de lijst, hun gedaclitengoed
over de eeuwen tot ons gekomen.
Wij ontwarren hun lijden niet.
Wij proberen hun aanwijzingen te doorgronden.
Hun beheersing geldt het lot
waarnaar ons handelen zich richt.
De nacht in zuiver zwart
hun gotische gewicht
de klassieke gebaren.
Wij hebben een zwak voor mooie attributen.
Wij kopen een kaartje.
Rechts de polsslag van de middag.
Links de eeuw der weddenschappen.
Als onze gedachten ons goed gezind zijn
komen ze voorbij gestrompeld
de zon, de maan, de grote epidemieën.
In hun herinnering geloven wij
de oude meesters.
[p. 430]
Copernicus
Hij is vergroeid met zijn globe.
In Silezië was het z’n enige houvast.
Niet de vorm of haar betekenis
(zij kunnen ons niet misleiden)
maar wat naar de zon verwijst
en weemoed
uitgebeeld.
Hij valt de zon niet af.
Hij trekt een cirkel
in het zand van Silezië.
Ziedaar.
Hij bidt voor de wereld
voor het lot van de wereld.
Hij kent de formule.
Hij vergeet de formule.
Hij wenst de wereld zijn nagedachtenis toe
Hij ziet zichzelf
als een man in het licht van de zon
de aarde onder hem
draaiend.
[p. 431]
Zoals de aarde nu is
valt het hem onmogelijk
in deze nacht
de nacht door te brengen.
Het is niet het idee van God
die zijn dienaar leidt.
Het zijn de seizoenen van Silezië
geworteld in oude aarde.
[p. 432]
Mendel
Havikskruid wordt hem teveel.
Hij kan die woekering niet verklaren.
Als hij zijn bijbel opslaat
is het om zijn ouderdom
van iedere methode te vrijwaren.
Valt het boek uit zijn handen
op de grond
dan kunnen de woorden onder of boven zijn.
Hij bukt zich, in al zijn jaren
en ziet door het raam
het zonlicht op de kloostermuur
en in de verte
voldoende donker om het tegenlicht te gerieven
een reiziger
een man
een vrouw
welke bekende
is van hieruit niet te zien.
Lees de Tirade Blog
Chopin
Om mijn verhuizing naar Utrecht te vieren ging ik naar de bladmuziekzaak Broekmans en Van Poppel. Ik was er al lang niet geweest: de laatste jaren bestel ik mijn bladmuziek in hun webshop. Vroeger, toen mijn broer nog in Utrecht woonde, kwam ik er voor mijn gevoel regelmatig. Als we door de binnenstad liepen, vroeg...
Lees verderPaddestoelen plukken
Col was ergens in de nacht geland op Schiphol. Hij had me zijn aankomsttijd niet willen zeggen omdat hij niet wilde dat ik opstond om hem op te halen. De laatste tijd is het niet makkelijk te peilen hoe het met hem gaat. Deels een gevolg van de afstand: mijn maat woont afwisselend duizend en...
Lees verderVergankelijkheid en ruimte
Over het oeuvre van Tommy Wieringa. Deel 2 Dit zijn de namen speelt zich dus niet af in België, maar op de Oost-Europese steppe – waarschijnlijk in Oekraïne – al wordt de locatie nergens expliciet benoemd. Ik bedacht me dat ik de Belgische setting had onthouden van een boekpresentatie die een klasgenoot in de vijfde klas...
Lees verder
Blog archief