[p. 117]
Kees ‘t Hart
Kinderen die leren lezen
kinderen die leren lezen
zitten in lokalen
uit te rusten van
onrustige verhalen
er hangt een stilte
zoals tussen auto’s
op parkeerterreinen hangt
en tussen bomen
en juf beklimt
het podium
met wit papier
kinderen die leren lezen
hangen letters te drogen
aan de wanden
van de klas
in de winter steekt
juf de kaarsen aan
en kinderen die leren lezen
mogen zingen
en ze beschilderen papier
met de lievelingskleuren
van hun lievelingsdier
kinderen die leren lezen
denken aan de slaap
van de komende nacht
[p. 118]
Vlaggeman
Ik ben de vlaggeman
ik gooi de vlaggen uit het vliegtuig
ik weet: alle herinneringen zijn waar
ik weet: ich bin froh.
Het gordijn valt in twee stukken
de stofbril glijdt van mijn gezicht
ik speel Hamlet’s neef
midden in het werklicht.
Tableau!
[p. 119]
Achter het stuur
ik was weer bij je geklommen
bij jou achter het stuur
bij jou: Beppe Saronni
jij was mager als een woudezel
jij dacht aan je publiek
zoals ik aan ons warenhuis
o ik boetseerde
wat ik van jouw publiek dacht
in plaats van andersom
jij zong en zong en zong
zeeman zeeman laat je dromen
zeeman zeeman wit van huis