[p. 486]
Nu we weten dat we verdwaald zijn
blijft ons alleen deze plek.
Regen, tot aan de horizon regen
en een zee van grijs-groene heuvels,
golven van bos na bos.
Onze kaarten hebben we achtergelaten,
ergens, niet boos, niet weemoedig:
ze vertelden ons wat we al wisten,
waar we vandaan kwamen.
Niet waar we waren.
[p. 487]
Op het punt nu van verder te gaan
en niet weten hoe, niet weten
van het geritsel, de geuren, het duister
onder de bomen, het geschreeuw
in de verte, de verdwijnende
sporen, niet weten
wat het betekent.
Onze gezichten zijn koud en strak,
glad van de regen, alsof we huilen.
Het is geen huilen, het zijn alleen
regen en huid.
Grijs-groene golven van bos na bos,
daarin zullen we verdwijnen.
Daaruit zullen we terugkeren,
maar dat zullen wij niet meer zijn.
Wie dat zijn weet niemand.
Lees de Tirade Blog
Dat hoeft niet in je stukje
Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
Lees verderDansen
Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
Lees verderVier bier en één cola
Het was nog rustig in de kroeg. De zon wurmde zich door het glas-in-loodraampje en viel op de grote, ronde tafel waar Lootje aan zat. Ze lachte me uit toen ze me zag, omdat ik mijn zonnebril nog op had, mijn mond een grauwe streep was en mijn gezicht nog in de kreukels zat door...
Lees verder
Blog archief