[p. 546]
I
Van eiland naar eiland, steeds
kleiner en kaler, over steeds
ruimer en wijder water, tot
in de laatste baai
zich het uitzicht volledig
en eindelijk opent.
In deze volmaakt onverschillige wereld
de zeilen strijken.
[p. 547]
II
Niet meer dan een steiger,
wat roestige loodsen, armoedige
huizen, een kerkhof, een kroeg,
niet meer dan de herinnering aan
een gebaar van trouw: bed, glas,
en graf staan nog klaar,
tegen beter weten in.
Hier aan land gaan.
[p. 548]
III
Het wordt nacht, maar zij is
als een stolp van melkglas,
al wit van de volgende morgen.
En over de open, windstille zee
gaan verwachtingen. Zij vinden
geen overkant.
Lees de Tirade Blog
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder
Blog archief