- Uit zijn brieven en essays R.C. Bakhuizen van den Brink
- Twee maal Orwell door J.W. Smit
- Schip
- Elisabeth Eybers
- Een gat in de Nacht Adriaan Morriën
- Vissen in de wei
- [Vervolg Een gat in de nacht]
- Noot
- De nieuwe vrije stem door R. van Zeyst
- In Gods naam door E.M. Janssen Perio
- [Gedicht van Leo Vroman]
- [Vervolg In Gods naam]
- Tijd
- De god denkbaar, denkbaar de god G.A. van Oorschot, A’dam 1957.
- Ein mythus des zwanzigsten jahrhunderts
- Koelhoofden contra cerebralen
- Epithalamion (fragmenten)
- Domper
- Tartuffe in Stepantsjikovo een vergelijking van Molière's ‘Tartuffe’ met één van Dostojevski's kleinere romans door H.G. Schogt
- Mijn neef Ahrend door Ton van Oudwijk
- De luiaard
In wateren glad als een gepolijste spiegel,
In de diepte van de Wei zwemmen karper en zalm.
Doelloos kom ik met mijn bamboehengel
En van een zandbank werp ik mijn haak in de Wei.
Een zachte koelte blaast tegen mijn lijn,
Beweegt mijn tien voet garen heen en weer.
Terwijl mijn lichaam wacht tot een vis wil bijten,
Dwaalt mijn hart naar het land van het niets.
Langgeleden viste een oude witharige man
Hier aan de oever van dezelfde rivier,
Een visser van mensen, niet een visser van vissen.
Toen hij zeventig was ving hij Wên Wang.
Maar ik, wanneer ik mijn haak in het water werp,
Denk niet aan mensen en niet aan vissen.
Ik ben te onhandig om welke prooi ook te vangen.
Ik koester mij in de herfstige weerschijn van ‘t water
En als ik het moe ben is ‘t ook met mijn vissen gedaan.
Ik ga naar huis en drink mijn beker wijn.
PO TCHU I
(Naar het Engels van Arthur Waley)
Lees de Tirade Blog
Een hele goeie
Het uitzicht vanuit mijn woonkamerraam is dichtgemetseld met steigers. Elke ochtend en altijd op onzedelijke tijdstippen staan robuuste mannen luidkeels met elkaar te bekvechten. Als ze elkaar niet verbaal afranselen schallen er Nederlandstalige liedjes uit hun radio’s die als termieten je taalgevoel afkluiven. Waar de bouwvakkers over redetwisten kan ik niet verstaan, maar het loopt...
Lees verderAangespoelde kennis - een roadtrip
Larousse 3 De bel gaat: ‘Post!’ Je loopt naar beneden en de postbode drukt je een pakketje in handen van 10 bij 10 bij 10 cm, in dieprood papier. Wat moet je doen als je op een goede dag in een mooi doosje met velours bekleed deze schelp toegestuurd krijgt met een handgeschreven briefje erbij...
Lees verderVoor het donker
De kroeg lag als een omhelzing om mijn Amsterdamse vrienden heen. Het leek alsof ze al uren voor mijn komst voor anker waren gegaan, moeiteloos deel waren geworden van het meubilair, naadloos samenvielen met de ronde tafel waarop hun glazen beloftevol stonden te blinken. Gil heeft ooit geschreven dat Amsterdammers vaker in het buitenland komen...
Lees verder
Blog archief