[p. 5]
Wim Brands
Eenzame Uitvaart
In memoriam Johannes Hendricus Hens
Laat me je vertellen over Homer & Langley, twee broers die in New York
woonden,
de een was blind de ander sleepte buiten naar binnen
totdat hun huis een dichtgegroeide wereld was
waarin de blinde niet meer hoefde te tasten.
Stel je nu de gemeenteman voor die beide broers dood vond
in dat overvolle pakhuis, hun spullen bekeek en
een verhaal wilde vertellen. Maar welk? Zo sta ik in gedachten in jouw
Amsterdamse woning
en kijk naar wat je had, het is me verteld, en probeer te horen van welke levens
de huisraad getuigt.
Nee, je hoeft je gedroomde leven niet meer te ontkennen. Laat me je vertel-
len over Homer & Langley: de een dacht op een dag weer te kunnen zien, de
ander meende een krant te
kunnen maken waarin alles zou staan. Voor eeuwig. Dus natuurlijk had ook jij
een droom, hoe groot of klein ook, een droom waarvan je exen
die in Duitsland wonen misschien geen weet hadden, je broers ook niet,
laat staan je zoon die naar het schijnt dakloos door het land zwerft zoals
[p. 6]
jij dat door je woning moet hebben gedaan. Wie weet een droom die je soms als
je in de spiegel keek zag.
Mag ik? Waarin je een vrouw was die op een mooie dag het huis verliet, de buren
groette,
en het zonlicht in je glazen je ogen dwong om zich gelukzalig te sluiten
voor een nu eens niet bedreigend buiten